h) Alarm bij overbelasting
De meter geeft bij het overschrijden van een ingestelde grenswaarde elke
5 seconden een alarmtoon en op het display knippert "OVERLOAD". Als de
alarmtoon beëindigd moet worden, druk dan op een willekeurige toets. De mel-
ding "OVERLOAD" knipper echter verder.
Deze functie kan niet alleen worden gebruikt ter bescherming van de
meter of de verbonden verbruiker, maar ook voor het signaleren dat
de verbruiker tijdens normaal bedrijf de voorgeschreven grenzen over-
schrijdt. U hoeft dus niet voortdurend de displayweergave in de gaten te
houden.
Als grenswaarde kan zowel een waarde voor het vermogen (W) als voor
de stroom (A) ingesteld worden. Als voor enig grenswaarden "0" wordt
ingevoerd, is de functie gedeactiveerd.
Als beide grenswaarden geprogrammeerd worden (bijvoorbeeld
1000 W en 2 A), dan wordt het alarm bij het overschrijden van de lagere
waarde in werking gesteld (om bij het bovenstaande voorbeeld te blij-
ven wordt het alarm bij 2 A geactiveerd. Dit is bij een netspanning van
230 V/AC een vermogen van 460 W).
Schakel indien nodig de last uit in geval van overbelasting en ontkoppel
deze van de energiekostenmeter.
• Als u vóór de instelling van het overbelastingalarm de CO
2
-waarde hebt in-
gesteld (zie hoofdstuk 8. g), kunt u direct doorgaan naar de volgende stap.
Anders moet de instelmodus gestart worden, zie hoofdstuk 8. c). Druk dan 4x
kort op de toets
(7) om bij de instelling van het overbelastingalarm te
komen, zie volgende stap.
• Boven in het display staat "OVERLOAD", de
grenswaarde van de overbelasting kan nu in-
gesteld worden.
• Druk kort op de toets
(3) en de "W" in het
display gaat knipperen.
• Wissel met de toets
(6) en
(7) tussen de grenswaarden voor het
vermogen ("W" knippert) en de stroom ("A" knippert).
89