NL
30
■
Personen die geen gevoel in nek of rug hebben of personen met doorbloedings-
stoornissen mogen het apparaat niet gebruiken.
■
Gebruik het apparaat niet op zwellingen of op een ontstoken huid.
■
Wanneer u onzeker bent betreffende uw gezondheid, dient u een arts te raadplegen
voordat u het apparaat gebruikt.
GEVAAR – Gevaar voor een elektrische schok door water
■
Het apparaat uitsluitend in gesloten ruimten gebruiken en bewaren. Het apparaat niet
gebruiken in ruimten met een hoge luchtvochtigheid.
■
Dompel het apparaat nooit in water of andere vloeistoffen! Zorg ervoor dat het apparaat,
het netsnoer of de netstekker niet in het water kunnen vallen of nat kunnen worden.
■
Mocht het apparaat in het water vallen, onderbreekt u meteen de stroomtoevoer.
Probeer niet om het apparaat uit het water te trekken, terwijl het is aangesloten op
het stroomnet!
■
Raak het apparaat, het netsnoer en de netadapter nooit aan met vochtige handen als
deze onderdelen zijn aangesloten op het stroomnet.
■
Gebruik het apparaat niet wanneer het niet goed functioneerde of in het water is
gevallen. Laat het vóór ingebruikneming controleren in een gespecialiseerde werk-
plaats.
WAARSCHUWING – Gevaar voor verwondingen
■
Verstikkingsgevaar!
Houd het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen en
dieren.
■
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt door personen die met de controller
kunnen omgaan.
■
Valgevaar!
Zorg ervoor dat niemand kan struikelen over het aangesloten netsnoer.
WAARSCHUWING – Brandgevaar
■
Gebruik het apparaat niet in ruimten met licht ontvlambare of explosieve substanties.
■
Gebruik alleen correct werkende verlengsnoeren, waarvan de technische gegevens
overeenstemmen met die van het apparaat en de netadapter.
■
Gebruik het apparaat niet onder een deken en dergelijke om oververhitting te
voorkomen. Plaats het netsnoer en de controller tijdens de werking niet op of onder
het apparaat.
■
Wikkel het netsnoer vóór het aansluiten van de netadapter volledig af.
LET OP – Risico op materiële schade
■
Sluit de netadapter alleen aan op een geaarde contactdoos die is geïnstalleerd vol-
gens de voorschriften. De contactdoos moet ook na het aansluiten goed toegankelijk
zijn, zodat de verbinding met het lichtnet snel kan worden geïsoleerd. De netspan-
ning moet overeenstemmen met het typeplaatje van het apparaat.
■
Het apparaat moet zijn uitgeschakeld, wanneer u de netadapter uit de contactdoos
trekt of erin steekt.
■
Kom niet met scherpe voorwerpen in de buurt van het apparaat.