VIRTUFIT Easy Fit Crosstrainer, User Manual

Page: 26 / 44

NEDERLANDS
NL
26
• Druk op de “STOP” om het programma te stoppen.
Recovery Mode (FIG. B-7)
In deze modus test u eerst uw hartslag. Druk vervolgens op “RECOVERY”
om de hartslag herstel functie te activeren. Het display telt 1 minuut
af en laat uw hartslag zien. Houdt de hartslagsensor vast totdat de
minuut voorbij is. Vervolgens wordt het niveau van uw Hartslag Herstel
Level weergegeven van F1 t/m F6. Hierbij is F1 het snelste herstel en F6
langzaamste herstel.
F1 = 1.0
OPTIMUM
1.0 < F2 < 2.0
GOOD
2.0 < F3 < 2.9
RELATIVELY GOOD
3.0 < F4 < 3.9
NORMAL
4.0 < F5 < 5.9
RELATIVELY POOR
F6 = 6.0
POOR
TRAININGSRICHTLIJNEN (FIG. C, 1-5)
Een succesvol trainingsprogramma bestaat uit een warming-up, de
training zelf en een cooling down. Voer de hele training minstens twee,
maar bij voorkeur drie keer per week uit en houdt één dag rust tussen
de trainingen. Na enkele maanden kan de trainingsintensiteit worden
verhoogd tot bijvoorbeeld vier of vijf keer per week.
Warming-up
Het doel van een warming-up is dat het lichaam voorbereid wordt op
een training en het verminderd de kans op blessures. Warm het lichaam
op in twee tot vijf minuten voordat er met een cardio- of krachttraining
begonnen wordt. Doe oefeningen die de hartslag verhogen en de
werkende spieren opwarmen. Voorbeelden van dit soort activiteiten
zijn: vlot lopen, joggen, jumping jacks, touwtje springen en rennen op
de plaats.
Stretchen
Stretchen terwijl spieren warm zijn, is zeer belangrijk na een goede
warming-up en cooling-down. Het vermindert de kans op blessures.
Stretchoefeningen dienen gedurende 15 tot 30 seconden worden
vastgehouden. Voorbeelden van stretchoefeningen zijn:
waarde afgeteld. Als deze waarde bij 0 is, zal er een geluid
afgaan.
• Druk op de “STOP” om het programma te stoppen.
H.R.C. P14-17 (FIG. B-5)
• Druk op “UP” of “DOWN” om een specifieke functie te selecteren.
• Druk op “START” om het programma te starten of druk op
“ENTER” om naar de instelmodus te gaan.
• Druk in de instelmodus op “ENTER” om één van de volgende
waardes in te stellen: TIME, DISTANCE, CALORIE, AGE (P14-16),
THR (P17). De geselecteerde waarde knippert.
• Druk op “UP” of “DOWN” om een waarde naar boven of beneden
aan te passen en druk op “ENTER” om naar het volgende item te
gaan.
• Druk op “START” om het programma te starten.
• Het weerstandsniveau wordt automatisch aangepast naar het
niveau van het programma. Tijdens het trainen kan het
handmatig worden aangepast door op “UP” of DOWN” te
drukken.
• Als één van de instellingen is ingesteld, wordt de bijbehorende
waarde afgeteld. Als deze waarde bij 0 is, zal er een geluid
afgaan.
• Druk op de “STOP” om het programma te stoppen.
LET OP!
Tijdens deze oefening dienen de hartslagsensoren
vastgehouden worden.
Gebruikersmodus P18-21 (FIG. B-6)
• Druk op “UP” of “DOWN” om een specifieke functie te selecteren.
• Druk op “START” om het programma te starten of druk op
“ENTER” om naar de instelmodus te gaan.
• Druk in de instelmodus op “ENTER” om één van de volgende
waardes in te stellen: TIME, DISTANCE, CALORIE, AGE,
RESISTANCE VALUE. De geselecteerde waarde knippert.
• Druk op “UP” of “DOWN” om een waarde naar boven of beneden
aan te passen en druk op “ENTER” om naar het volgende item te
gaan.
• Druk op “START” om het programma te starten.
• Het weerstandsniveau wordt automatisch aangepast naar het
niveau van het programma. Tijdens het trainen kan het
handmatig worden aangepast door op “UP” of DOWN” te
drukken.
• Als één van de instellingen is ingesteld, wordt de bijbehorende
waarde afgeteld. Als deze waar-de bij 0 is, zal er een geluid
afgaan.