Viking PV9220, User Manual

Page: 25 / 44

25
NL
VIKING RESCYOU
™
VISTA (PV9220) LIFEJACKET
c. Met de mond opblazen:
Open de beschermhoes en blaas lucht
door de opblaasbuis aan de linkerkant van
de drijfkamer.
Handmatig op te blazen reddingsvesten kunnen
op twee verschillende manieren worden
opgeblazen:
a. Handmatig opblazen:
Door krachtig aan de ontgrendelings-
hendel aan de rechterkant van het
reddingsvest te trekken, wordt het
reddingsvest opgeblazen.
b. Met de mond opblazen:
Open de beschermhoes en blaas lucht
door de opblaasbuis aan de linkerkant van
de drijfkamer.
WAARSCHUWING handmatige inflator:
Gebruiker moet het PDL opblazen om te drijven
en naar boven te richten.
WAARSCHUWING:
Hoewel het reddingsvest op overmatige druk is
getest, is het belangrijk dat u het reddingsvest
nooit met de mond opblaast voordat het
automatisch of handmatig wordt opgeblazen.
4. ONDERHOUD
Onderhoud van uw reddingsvest en de eerste
keer testen zijn essentieel voor uw veiligheid in
geval van een ongeval.
Recreatief gebruik:
Wij raden aan om uw reddingsvest elke twee
jaar voor service in te leveren bij een door
VIKING erkend servicestation.
Professioneel gebruik:
Wij raden aan om uw reddingsvest om het jaar
voor service in te leveren bij een door VIKING
erkend servicestation.
U vind uw dichtstbijzijnde servicestation op
VIKING-life.com.
Opmerking: Als het reddingsvest is voorzien
van een automatische inflator van Halkey
Roberts
® , moet de smeltpil na ingebruikname
van het vest elk jaar worden vervangen.
Gebruik geen smeltpillen van vier jaar of ouder.
De productiedatum staat vermeld op de smeltpil
zelf.
4.1 VOOR GEBRUIK CONTROLEREN
Controleer regelmatig of het vest intact is door
het op te blazen en 12 uur opgeblazen te laten.
Controleer of het reddingsvest onbeschadigd is.
Controleer het reddingsvest voor ieder gebruik
volgens de instructies van de fabrikant:
Reddingsvest met inflator van Halkey Roberts ®
1. U kunt het reddingsvest met de mond
opblazen. Vouw het reddingsvest weer op
zoals beschreven in Inpakken (4.3).
Opmerking: Zorg dat de inflator niet wordt
geactiveerd.
2. Controleer het opblaasventiel en de -pijp.
3. Controleer het fluitje.
4. Controleer de riemen en gespen.
5. Open de beschermhoes aan de rechterkant
en controleer de inflator.
Automatische inflator:
a.
De indicator moet groen zijn.
b. Het reddingsvest moet zijn uitgerust
met een CO2-patroon van 33, 34 of
35 g.
Handbediende inflator:
a.
De groene vergrendelpin moet op de
inflator zijn gemonteerd.
b. Het reddingsvest moet zijn uitgerust
met een CO2-patroon van 33, 34 of
35 g.
c. De opening van de CO2-patroon mag
niet zijn geperforeerd. Controleer dit
door de CO2-patroon los te draaien.
d. Schroef de CO2-cilinder in de
inflator en draai handvast.
6. Sluit de beschermhoes.