BL530 PH/RX DOSEERSYSTEEM |
61
UV-C and Pool equipment
NL
de kalibratie automatisch genegeerd. Indien u probeert om de gain te kalibreren met een
bufferoplossing met een pH die te dicht bij neutraal is, zal de procedure evenzo mislukken.
•
Tijdens normaal bedrijf is het mogelijk de waarde van offset te zien (door te drukken op
) en
de waarde van gain (door te drukken op
) om de status van de elektrode te controleren.
De ideale waarden zijn een offset van bijna nul en een gain in de buurt van 1,000. Wanneer deze
waarden in de buurt komen van de max / min limieten (offset: -1,00pH ... +1,00pH; gain: 0,750 ...
1,500), dan is de elektrode verontreinigd of defect.
Redox kalibratie
1. Spoel de elektrode af met gedestilleerd water en dompel hem daarna onder in de
kalibratieoplossing (bv. 220 mV).
2. Druk op de CAL-toets om het menu te openen en gebruik de
/
toetsen om de optie “IN2
KALIBRATIE” te selecteren.
3. Druk nogmaals op CAL om te bevestigen.
4. Druk op
om de kalibratie van de OFFSET te selecteren en bevestig door CAL in te drukken.
5. Het systeem herkent dit automatisch en toont de oplossingswaarde (220 mV).
6. Maak indien nodig gebruik van de
/
toetsen om de kalibratiewaarde aan te passen.
7. Druk op CAL om de kalibratie te bevestigen of op ESC om de procedure af te sluiten en de
vorige kalibratie te behouden.
Opmerkingen
•
Als het systeem niet automatisch de buffers herkent of de fout “Kalibratie Onmogelijk”
verschijnt, kan dat te wijten zijn aan een:
a) Kalibratieoplossing die verontreinigd of over datum is.
b) Defecte of ondeugdelijke elektrode.
c) Beschadigde aansluitkabel of connector.
•
Tijdens normaal bedrijf is het mogelijk om de offsetwaarde te bekijken door op de toets
te
drukken om de status van de elektrode te controleren. De ideale offsetwaarde is in de buurt van
nul. Wanneer deze waarde in de buurt komt van de max / min limieten (-100mV ... +100mV),
dan is de elektrode verontreinigd of defect.
Handmatige modus
U kunt op elk moment een handmatige bedrijfsmodus forceren, die nuttig is voor een tijdelijk
gebruik van het systeem. Indien een wachtwoord is ingesteld (zie parameter P16), zal het systeem
dit nodig hebben om toegang tot deze functie te kunnen bieden.
1. Druk op de CAL-toets om het menu te openen en gebruik de
/
toetsen om de optie
“HANDMATIGE FUNC.1” (of “HANDMATIGE FUNC.2”) te selecteren.
I
N
2
C
A
L
I
B
R
A
T
.
R
X
O
F
F
S
E
T
I
N
2
C
A
L
I
B
R
A
T
.
R
X
C
A
L
>
Y
E
S
E
S
C
>
N
O