EZ1
2012-12
Pagina 12
1. Bevestig de veiligheidsgordel, als de rolstoel hiermee uitgerust is.
2. Neem geen te steile helling. De maximale hoek bergop en bergaf staan in tabel 1
vermeld.
3. Vraag een begeleider om U te helpen bij het nemen van de helling.
4. Buig lichtjes voorover om Uw zwaartepunt naar voren te verplaatsen.
2.16 Nemen van hindernissen (trottoirs)
L
L
L
L
WAARSCHUWING:
Gevaar voor letsel – Het transporteren van de patiënt over
trappen/treden moet minstens met twee personen gebeuren.
L
L
L
L
WAARSCHUWING:
Gevaar voor letsel – Draag aangepaste veiligheidsgordels
tijdens het transporteren (meer informatie krijgt U bij de vakhandelaar).
L
L
L
L
WAARSCHUWING:
Gevaar voor letsel – Blijf tijdens het transport rustig in de
rolstoel zitten en vermijd plotse bewegingen. Wanneer U door Uw ziekte of
handicap niet rustig in de stoel kunt blijven zitten (bijvoorbeeld lichte spasmen),
zijn minstens twee extra personen nodig die bij het transport de rolstoel opzij aan
het frame vasthouden.
L
L
L
L
WAARSCHUWING:
Gevaar voor letsel – Tijdens het transport dient U erop te
letten dat Uw armen en benen in de rolstoel blijven.
L
L
L
L
WAARSCHUWING:
Gevaar voor letsel of beschadigingen – Tijdens het transport
mogen zich geen personen of voorwerpen onder de rolstoel bevinden.
L
L
L
L
WAARSCHUWING:
Gevaar op letsel – Wanneer U de voetsteunen verwijdert, zijn
de benen van de patiënt niet meer beschermd.
2.16.1
Afrijden van trottoirs
Het afrijden van een trottoir kan voorwaarts gedaan worden met de hulp van een begeleider:
1.
Controleer dat de handgrepen goed zijn vastgemaakt.
2.
Verwijder de voetsteunen.
3.
Vraag de begeleider om de rolstoel zachtjes met behulp van de trapdop naar
achteren te kantelen.
4.
De trottoir kan nu met de achterwielen worden afgereden door de rolstoel naar voren
te duwen.
5.
Laat een tweede persoon voor de rolstoel plaats nemen en het voorste frame
vastnemen, nadat de voetsteunen zijn verwijderd. Nu moet hij achterwaarts gaan.
6.
Zet de rolstoel terug op de vier wielen na het nemen van de hindernis.
2.16.2
Oprijden van trottoirs
Het oprijden van een trottoir kan achterwaarts gedaan worden met de hulp van een
begeleider:
1.
Controleer dat de handgrepen goed zijn vastgemaakt.
2.
Verwijder de voetsteunen.
3.
Draai de rolstoel met de achterwielen naar het trottoir toe.
4.
Leun een beetje achterover en breng het zwaartepunt boven de achterwielen.
5.
Laat de begeleider de rolstoel op het trottoir trekken.
6.
Laat een tweede persoon voor de rolstoel plaats nemen en het voorste frame
vastnemen, nadat de voetsteunen zijn verwijderd. Nu moet hij voorwaarts gaan.
7.
Neem Uw normale positie in de rolstoel terug aan.