TRC11_v2
VELLEMAN
6
1.
batterijvak
2.
gashendel
3.
voedingsschakelaar
4.
voedingsled
5.
afstelknop
6.
richtingsknuppel
4. De batterijen
•
Laad nooit niet-herlaadbare batterijen.
•
Gooi batterijen niet in het vuur.
•
Verwijder de batterijen wanneer u een toestel niet gebruikt.
•
Gebruik enkel batterijen en een batterijlader aanbevolen door de fabrikant.
•
De ingebouwde accu bevat stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu. Verwijder altijd de accu voordat u de helikopter afdankt of inlevert op een officieel
verzamelpunt waar men de accu op een milieuvriendelijke manier zal verwerken. Verwijder de accu enkel wanneer deze volledig leeg is. Maak het toestel open en
verwijder de accu.
a.
De zender
•
Open het batterijvak achteraan de zender met een geschikte kruiskopschroevendraaier.
•
Plaats 1 x 9 V-batterij en respecteer de polariteit.
•
Sluit het batterijvak en span de schroef aan.
b.
De helikopter
•
Schakel de helikopter uit en steek de plug van de batterijlader in de laadingang. Koppel de lader aan het lichtnet.
•
De rode en de groene led lichten beiden op tijdens het laadproces. De rode led dooft uit wanneer de batterij volledig is geladen. De helikopter heeft een autonomie
van ± 5 minuten na een laadbeurt van 30 minuten.
5. Gebruik
Het besturen van een helikopter is heel moeilijk en vergt veel oefening. Oefen daarom in een veilige omgeving, nl. in een ruimte van ± 60 m³ zonder airconditioning,
ventilator of andere objecten. Houd tijdens het besturen de helikopter altijd in het oog en kijk niet naar de zender. Lees eerst de instructies heironder voor u effectief gaat
vliegen.
•
Schakel eerst uw zender in.
•
Plaats de helikopter op een breed oppervlak, zijn neus weg van u of elke andere persoon. Schakel nu de helikopter in. Zorg ervoor dat beide hendels in neutrale
positie blijven.
a.
Afstellen
•
Duw zachtjes de gashendel naar voren zodat de helikopter tot op een hoogte van ± 1 m blijft
hangen.
•
Draai de afstelknop naar links indien de helikopter naar rechts draait tot hij rechtdoor blijft vliegen.
•
Draai de afstelknop naar rechts indien de helikopter naar links draait tot hij rechtdoor blijft vliegen.
b.
Opstijgen
•
Plaats de helikopter op een breed oppervlak, zijn neus weg van u of elke andere persoon. Zorg
ervoor dat beide hendels in neutrale positie blijven.
•
Duw de gashendel naar voren zodat de helikopter opstijgt. Laat zachtjes de gashendel los om
hem op een bepaalde hoogte te stabiliseren.
•
Laat zachtjes de gashendel los zodat de helikopter landt.
