LABPS23023
V. 04 – 18/08/2016
8
©Velleman nv
uitgangsconnectoren: IEC1010
enkel geschikt voor gebruik binnenshuis
vervuilingsgraad II
beveiligd door zekering
5.
Omschrijving
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding.
1
LCD-display: Geeft de stroomwaarde en de uitgangsspanning van de master weer.
2
LCD-display: Geeft de stroomwaarde en de uitgangsspanning van de slaaf weer.
3
Slave C.C.-instelling: rotatieschakelaar om de uitgangsspanning van de slave in te stellen
4
Slave C.C.-instelling: rotatieschakelaar om de uitgangsstroom van de slave in te stellen (om het
stroombegrenzingspunt te bepalen)
5
Aan-uitschakelaar: drukknop om het apparaat te (de-)activeren. C.V- of C.C. - indicator licht op
wanneer apparaat geactiveerd is.
6
C.C.-modus-indicator van de slave-uitgang of indicator voor parallelle verbinding: deze indicator licht
op wanneer de slave-uitgang in C.C.-modus is of wanneer de twee instelbare uitgangen in parallel
geschakeld staan.
7
C.C.-modus-indicator van de slave-uitgang deze indicator licht op wanneer de slave-uitgang in C.V.-
modus is.
8
Negatieve aansluitklem van de slave-uitgang: de negatieve pool van de uitgangsspanning is
verbonden met de negatieve pool van de lading die getest wordt.
9
behuizing: geaard
10
Positieve aansluitklem van de slave-uitgang: de positieve pool van het uitgangsvoltage is verbonden
met de positieve pool van de geteste lading.
11/12
Schakelaars voor autobediening, parallelschakeling of serieschakeling.
13
Negatieve aansluitklem van de master-uitgang: de negatieve pool van de uitgangsspanning is
verbonden met de negatieve pool van de lading die getest wordt.
14
behuizing: geaard
15
Positieve aansluitklem van de master-uitgang: de positieve pool van het uitgangsvoltage is
verbonden met de positieve pool van de geteste lading.
16
C.C-indicator master-uitgang: deze indicator licht op wanneer de master-uitgang in C.C.-modus is.
17
C.C-indicator master-uitgang: deze indicator licht op wanneer de master-uitgang in C.V.-modus is.
18
Negatieve aansluitklem van de vaste 5VDC-uitgang: de negatieve pool van de uitgangsspanning is
verbonden met de negatieve pool van de lading die getest wordt.
19
Positieve aansluitklem van de vaste 5VDC-uitgang: de positieve pool van het uitgangsvoltage is
verbonden met de positieve pool van de geteste lading.
20
C.C.-instelling master-uitgang: rotatieschakelaar voor het instellen van de stroomwaarde van de
master-uitgang (instelling van het stroombegrenzingspunt).
21
C.V.-instelling master-uitgang: rotatieschakelaar voor het instellen van de spanningswaarde van de
master-uitgang
6.
Gebruik
6.1
Twee instelbare uitgangen los van elkaar gebruiken.
Zet schakelaar [11] en [12] in de OFF-stand.
Ga als volgt te werk wanneer de instelbare uitgangen worden gebruikt als C.V.-uitgangen: zet de CC-
schakelaars [4] en [20] in de max.-stand en gebruik de aan-uitschakelaar [5] om het apparaat te
activeren. Installeer de vereiste DC-uitgangsspanning voor zowel master als slave en maak hiervoor
gebruik van de draaiknoppen voor C-V.-instelling [3] en [21]. C.V.-indicators [7] en [17] gaan uit.
Ga als volgt te werk wanneer de instelbare uitgangen worden gebruikt als C.C.-uitgangen: Gebruik de aan-
uitschakelaar [5] om het apparaat te activeren. Zet de CC-schakelaars [3] en [21] in de max.-stand en zet
de C.C.-controleschakelaars [4] en [20] in de min.-stand. Sluit het vereiste vermogen aan en installeer de
vereiste uitgangsstroomsterkte met behulp van draaischakelaar [4] en [20]. C.V.-modus-indicators [7] en
[17] gaan uit en C.C.-modus-indicators [6] en [16] lichten op.
Controleschakelaars [4] en [20] staan automatisch ingesteld op de max.-stand wanneer de instelbare
uitgangen gebruikt worden als C.V.-uitgangen. Met dit specifieke apparaat kan het stroombeperkingspunt
echter door de gebruiker ingesteld worden. Volg de volgende procedure: Schakel het apparaat in en zet