DVM101
V. 02
–
02/12/2019
17
©Velleman nv
spanningsmetingen die de veiligheidsmarge van 300 V boven het
massapotentiaal (kunnen) overschrijden.
•
Plaats de bereikschakelaar in de hoogste stand indien u de intensiteit
van de belasting niet op voorhand kent.
•
Ontkoppel de meetsnoeren van het meetcircuit alvorens u aan de
draaischakelaar draait.
•
Wanneer u metingen uitvoert op een tv of een schakelende voeding,
mag u niet vergeten dat een sterke stroomstoot ter hoogte van de
geteste punten de meter kan beschadigen.
•
Wees uiterst voorzichtig bij metingen > 60 VDC of > 30 VAC rms. Houd
tijdens metingen uw vingers achter de beschermingsrand van de
meetpennen.
•
Voer nooit weerstands-, diode- of continuïteitsmetingen uit in circuits
waarop spanning aanwezig is. Zorg ervoor dat alle condensatoren in het
circuit volledig ontladen zijn.
6.
Algemene omschrijving
Dit toestel is een batterijgestuurde, 3½ digitale multimeter. Met dit toestel
kunt u weerstanden, gelijk- en wisselspanning en gelijkstroom meten. De
multimeter kan ook continuïteit, diodes en batterijen testen.
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina
2
van deze handleiding:
1.
Display
3 ½-digits, 7 segmenten, LCD: 61 x 32 mm
2.
Knoppen
3.
Aan/uit-schakelaar
Met deze schakelaar kunt u de multimeter in-/uitschakelen.
4.
“15A” bus
Sluit het rode (+) meetsnoer aan op deze bus om een max. stroom
van 15 A te meten.
5.
“mA” bus
Sluit het rode (+) meetsnoer aan op deze bus om stroom (uitgez. 15
A) te meten.
6.
“COM” bus
Sluit het zwarte (-) meetsnoer aan.
7.
“V
” bus
Sluit het rode meetsnoer (+) aan op deze bus om spanning en
weerstand te meten.
7.
Overspannings-/installatiecategorie
DMM’s worden opgedeeld volgens het risico op en de ernst van
spanningspieken die kunnen optreden op het meetpunt. Spanningspieken
zijn kortstondige uitbarstingen van energie die geïnduceerd worden in een
systeem door bv. blikseminslag op een hoogspanningslijn.