DVM101
V. 02
–
02/12/2019
22
©Velleman nv
9.6
DIODE EN CONTINUÏTEIT
Voer geen diode- of continuïteitsmetingen uit in circuits
waarop spanning aanwezig is
bereik
omschrijving
meetvoorwaarde
op de display
verschijnt het
voorwaartse
spanningsverlies van
de diode
voorwaartse gelijkstroom
± 1 mA
DC-sperspanning ± 1.5 V
als de weerstand <
50
Ω, gaat de
ingebouwde zoemer af
nullastspanning ± 0.5 V
Beveiligd tegen overbelasting: 600 V DC of AC rms
10.
Spanning meten
Voer geen metingen uit in circuits met spanningen > 600 VDC of
> 600 VAC
Wees uiterst voorzichtig bij metingen hoger dan 60 VDC of 30 VAC
rms.
Houd tijdens metingen uw vingers steeds achter de
beschermingsrand van de meetpennen!
1.
Sluit het rode meetsnoer aan op de "V
"-bus en het zwarte meetsnoer
op de “COM”
-bus.
2.
Sluit de meetsnoeren aan op de meetbron.
3.
De meetwaarde wordt op de LCD-display weergegeven.
11.
Stroom meten
Voer geen metingen uit in circuits met spanningen > 600 VDC of
> 600 VAC
Wees uiterst voorzichtig bij spanningsmetingen hoger dan 60 VDC of
30 VAC rms.
Houd tijdens metingen uw vingers steeds achter de
beschermingsrand van de meetpennen!
1.
Sluit het rode meetsnoer aan op de "mA"-bus en het zwarte meetsnoer
op de “COM”
-bus. Sluit het rode meetsnoer aan op de "15A"-bus voor
metingen tussen 200mA en 15A).
2.
Druk op “SELECT” om de AC
- of DC- meetmodus te selecteren.