CS9000
8
VELLEMAN
b. Grondbalans procedure
1.
Zet de automatische basistoonschakelaar op NO-AUTO. Zorg ervoor dat de detector zich niet vlakbij grote
metalen voorwerpen zoals auto's e.d. bevindt.
2.
Zorg ervoor dat u geen metalen voorwerpen bij u hebt, zoals autosleutels, zakmes, uurwerk, riemgesp etc.
3.
Draag de detector op armlengte naast uw lichaam, zodat u het toestel gemakkelijk kunt dragen op een afstand
van ongeveer 45cm van de bodem. Hou het toestel vlak en druk even op de duimknop (#13). U zult de basistoon
horen en de meter zal ongeveer 20 aangeven. Hef het toestel langzaam ongeveer een vijftiental cm hoger. Als de
basistoon weinig of niet verandert, is de instelling geschikt voor dat gebied.
Activeer de automatische basistoon (#10) en begin te zoeken. Als de toon geen verandering van betekenis
ondergaat tijdens uw zoektocht, schakelt u best de automatische basistoon uit en zoekt op deze manier verder:
4.
Als de toon en de meter afnemen als u het toestel hoger heft, moet u de grondbalans (#7) bijregelen door deze
een beetje in tegenwijzerzin te draaien. Laat de detector terug zakken tot op armlengte en druk even op de
duimknop (#13) om het toestel opnieuw af te stellen. Hef het toestel opnieuw 15cm hoger. Als het signaal nog
altijd afneemt, herhaal dan de vorige stap tot het signaal ongeveer even sterk blijft in beide posities. Als het
signaal versterkt terwijl u de
CS9000
opheft, is de grondbalans te ver naar de (-) gedraaid en moet u deze in
wijzerzin bijregelen.
De grondbalans procedure wordt belangrijker naarmate u de signaalbalans (#6) hoger instelt. Voor de meeste
toepassingen dient deze niet hoger dan het NORMAL bereik ingesteld te worden. Als de grondbalans procedure niet
kan worden uitgevoerd zoals hierboven beschreven, probeer het dan op een andere plaats omdat u misschien boven
een begraven metalen voorwerp staat.
c. Begraven metalen voorwerpen zoeken
De efficiëntste manier om een gebied af te tasten, is een rooster-patroon op het gebied toe te passen. Om het risico
voorwerpen te missen te vermijden, mogen de roosterlijnen niet meer dan 2m uit elkaar liggen. Het terrein eerst in 1
richting en vervolgens haaks op de vorige richting afwerken is het beste systeem om geen voorwerpen te missen.
Het is normaal dat u de basistoon ook luider hoort als een voorwerp gedetecteerd wordt. Dieperliggende voorwerpen
worden doorgaans iets later gedetecteerd (als het toestel er verder overheen is). Dit verschil bedraagt echter meestal
slechts een tiental cm.
Het volume zal toenemen en de meter zal een hogere waarde uitlezen als de
CS9000
over een begraven voorwerp
passeert. Denk eraan dat u de detector in beweging moet houden om het midden van een doel te bepalen.
d. Een voorwerp precies lokaliseren
Als de automatische basistoon uit staat, kan de oppervlakte waaronder een voorwerp ligt heel groot lijken. Dit is
normaal. Om het voorwerp precies te lokaliseren gaat u in een bepaalde richting over het voorwerp. Als u een sterk
signaal krijgt drukt u op de duimknop om de waarde te resetten. Op een bepaald punt zult u het sterkste signaal
krijgen ; dit merkt u wanneer de toon en de meter terug beginnen te vallen. Op dit punt bevindt de voorste antenne
zich boven het voorwerp. De duimknop maakt het dus mogelijk een bepaalde waarde als referentie te nemen en op
die manier een voorwerp heel precies te gaan lokaliseren. De automatische basistoon heeft een vergelijkbare
werking, maar dan op kleinere schaal.
e. Grotten en andere leemtes zoeken
1.
Zet de modeschakelaar op CAVE en de signaalbalans, grondbalans en basistoon regelknoppen in het NORMAL
bereik. Stem de signaalbalans eventueel af op de omgeving waar u gaat zoeken zoals aangegeven onder "
6a.
Grondbalans metaalmode
" op blz. 7.
2.
U kunt de automatische basistoon aan of uit zetten zoals het u belieft. Als de bodemsamenstelling vaak
verandert, zet u hem best aan. Als u een gevorderde gebruiker bent, kunt u verkiezen hem af te laten. Hou het
toestel altijd op dezelfde afstand van de grond om foute uitlezingen te vermijden.
