NL
101
Gasfles aansluiten
– Controleren of de flesklep (10) van de gasfles
dichtgedraaid is.
– De veiligheidsdop van de schroefdraad van de
flesklep (11) afschroeven.
– Alle dichtingen t.a.v. beschadigingen en correcte
bevestiging controleren; geen extra dichtingen
monteren.
– Het ene uiteinde van de gasslang aan de drukre-
gelaar (9) tegen de klok in vastdraaien. Wartel-
moer met machinesleutel SW 17 vastdraaien.
– Het andere uiteinde van de gasslang aan de
apparaataansluiting tegen de klok in vastdraaien.
Wartelmoer met machinesleutel SW 17 vast-
draaien.
– Wartelmoer (8) van de drukregelaar (9) met de
hand tegen de klok in op het verbindingsven-
tiel (11) van de gasfles vastschroeven. Let erop
dat daarb
ij
de drukregelaar (9) niet wordt meege-
draaid.
– Vóór iedere ingebruikname dichtheidscontrole
uitvoeren (
►
Dichtheidscontrole – p. 101
).
Dichtheidscontrole
– Na het aansluiten van de gasfles de flesklep (10)
van de gasfles openen.
– Geschikte schuimvormende substantie op verbin-
dingselementen aanbrengen en t.a.v. van ontw
ij
-
kend gas controleren.
– B
ij
lekkende verbindingselementen de fles-
klep (10) van de gasfles onmiddell
ij
k sluiten en
het ondichte verbindingselement vervangen.
De verbindingen z
ij
n dicht als er geen luchtbelletjes
ontstaan.
Als er zich belletjes vormen, is er een component
lek. De gasoven mag in bedr
ij
f worden genomen.
Een verdere, controlerende dichtheidscontrole door
de eigenaar vóór de directe inbedr
ij
fstelling kan
alleen worden uitgevoerd, als het apparaat buiten
bedr
ij
f is.
Deze controle kan alleen met een drukregelapparaat
met geïntegreerde drukmeetvoorziening worden uit-
gevoerd. De hier beschreven dichtheidscontrole is
geen vervanging van de controle door een vakman.
Bediening
Aanw
ij
zing:
Het drukregelapparaat (9) is
een regelaar voor vloeibaar gas die de uit-
gangsdruk onafhankel
ij
k van schommelin-
gen van de ingangsdruk constant houdt.
10
11
8
9
GEVAAR! Explosiegevaar!
Een dicht-
heidscontrole met open vlam is streng ver-
boden!
Veiligheidsinstructies m.b.t. de omgang met
gas in ieder geval naleven!
►
Over het
gebruik met gas – p. 99
T
ij
dens de dichtheidscontrole mogen er
geen ontstekingsbronnen in de buurt z
ij
n.
Verboden te roken!
Poreuze of beschadigde slangen en arma-
turen moeten in ieder geval worden vervan-
gen.
Houd het apparaat en de gasfles alt
ij
d in
verticale positie.
GEVAAR! Levensgevaar!
B
ij
vaststelling
van lekkages meteen het handwiel van de
flesklep tot de aanslag handvast dicht-
draaien. De flesklep moet tot het verhelpen
van de lekkage door een vakman gesloten
bl
ij
ven. Het apparaat onder geen enkele
omstandigheden in bedr
ij
f nemen.
GEVAAR! Explosiegevaar!
Controleer
voor iedere bediening de toestand van de
leidingen en van de gasfles. Gebruik alleen
voor de gasoven goedgekeurde gasflessen
(
►
Technische gegevens – p. 104
)
Summary of Contents for V-GBF 4.2
Page 83: ...RU 83 50 Hs 100 Hs 15 18 9 OBI...
Page 84: ...RU 84 3 1 2 3 4 5 87 6 7 7 1 2 3 4 5 88 6 7...
Page 85: ...RU 85 6 10 11 9 17 17 8 9 11 9 85 10 10 9 6 10 11 8 9 83 88...
Page 86: ...RU 86 10 9 2 2 1 2 20 2 10 2 A 8 11 86 6 7 85 4 5 3 300 150 2 1 A 85 10 11...
Page 87: ...RU 87 10 85 86...
Page 91: ...GR 91 18 0 9 0...
Page 92: ...GR 92 3 m 1 2 3 4 5 95 6 7 7 1 2 3 4 5 n7 96 6 7...
Page 93: ...GR 93 6 10 11 7 9 SW 17 SW 17 8 9 11 9 93 10 10 9 6 10 11 8 9 91 96...
Page 94: ...GR 94 OFF 10 9 2 A 2 1 2 20 2 10 2 A 8 11 94 6 7 93 n 4 5 3 m 300 mm 150 mm 2 1 A 93 10 11...
Page 95: ...GR 95 n 10 93 A 94...
Page 121: ...KAZ 121 18 9 OBI...
Page 122: ...KAZ 122 3 1 2 3 4 5 125 6 7 7 6 I 126 1 2 3 4 5 I 6 7 6...
Page 123: ...KAZ 123 10 11 9 17 17 9 8 11 9 123 10 10 9 10 11 8 9 I 121 I I 126...
Page 124: ...KAZ 124 10 9 2 2 1 2 20 2 10 2 8 11 124 6 7 123 I 4 5 3 300 150 2 1 A 123 10 11...
Page 125: ...KAZ 125 I 10 123 124...
Page 128: ...128 RU 1 2 24 3...
Page 129: ...129 4 20 13109 97...
Page 134: ...134...
Page 135: ...135...