16
17
ENTSORGuNG DIESES ARTIKELS
Sehr geehrter Kunde
Wenn Sie diesen Artikel irgendwann entsorgen wollen, denken Sie bitte
daran, dass viele seiner Bauteile aus Wertstoffen bestehen, die wiederverwendet
werden können. Bitte entsorgen Sie ihn nicht in die Mülltonne, sondern
erkundigen Sie sich bei Ihrer örtlichen Behörde nach Entsorgungseinrichtungen
an Ihrem Wohnort.
Inleiding
De sonde voor het meten van de sterkte van gelijk- en wisselstroom is gebaseerd op het
Hall-effect en maakt, bij een gecombineerd gebruik met een multimeter, het meten van de
sterkte van gelijk- en wisselstroom mogelijk.
Installatie van de batterij
Let op
Om elektrische schokken te voorkomen, moet de geleider van de stroomsonde
vrijgemaakt worden en dient u de multimeter los te maken alvorens de batterij te
installeren of te vervangen.
1. Plaats de keuzeschakelaar voor de groep op OFF.
2. Draai de schroeven van het deksel van het batterijvakje los en verwijder het deksel.
3. Installeer de batterij (9V, 6F22 of gelijkwaardig) en let daarbij op de aanwijzingen betref-
fende de polariteiten in het batterijvakje.
4. Plaats het deksel van het batterijvakje terug en schroef dit weer vast.
Veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat beantwoordt aan de norm CEI61010 voor elektronische meetapparatuur met de
meetcategor (CAT III 600V) en aan 2006/95/
E
C en 2004/108/
E
C.
Neem de volgende voorschriften in acht voor een gegarandeerde veilige werking van en
servicebeurt aan de stroomsonde:
1. Neem de plaatselijk en landelijk geldende regelgevingen in acht. Draag beschermmiddelen
tegen elektrische schokken en bogen wanneer u in de buurt van kabels onder spanning werkt.
2. Houd de stroomsonde niet boven de beschermingsgrens.
3. Inspecteer voor ieder gebruik de stroomsonde. U moet controleren of het kastje van de
stroomsonde of de isolatie van de uitgangskabel geen scheurtjes of beschadigingen verto-
nen. Controleer vooral de isolatie rond de klauwen. Gebruik de stroomsonde niet indien deze
beschadigd is.
4. Om elektrische schokken te voorkomen, moet u voorkomen dat uw handen of huid een
gestripte geleider aanraken en moet u contact met de aarde vermijden.
5. Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen wanneer u met spanningen werkt van meer dan
60 Vdc, 30 Vac eff of 42 Vac piek. Deze spanningen kunnen elektrische schokken veroorzaken.
6. Gebruik de stroomsonde niet indien deze niet goed werkt.
7. Controleer voor het gebruik de werking van de stroomsonde door een bekende
stroomsterkte te meten.
8. Gebruik de stroomsonde niet in een omgeving met ontploffingsgevaar (aanwezigheid van
gas, dampen of stof) of in een vochtige omgeving.
9. Bevrijd, alvorens het deksel van het batterijvakje of een gedeelte van het kastje te openen,
de geleider uit de klauw van de stroomsonde en maak de multimeter los van de stroomsonde.
10. Als de LED gaat branden wanneer de stroomsonde onder spanning staat, betekent dit dat
het laadniveau laag is en dat de batterij onmiddellijk vervangen moet worden
11. Verwijder, alvorens de stroomsonde op de multimeter aan te sluiten, alle testdraden van
de multimeter.
12. Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aangegeven testdraden.
13.
CAT III
– De meetcategorie III betreft de metingen uitgevoerd op installaties in de bouw,
bijvoorbeeld metingen op panelen, stroomonderbrekers, bekabeling (kabels, strippen,
NL