Bediening
AB60JRT
9
Bediening
Het hoogwerkerplatform kan van de onderste of bo-
venste bedieningen bestuurd worden.
A
Gevaar
Het hoogwerkerplatform is niet elektrisch geïso-
leerd. Overlijden of ernstig letsel kan het gevolg zijn
van contact met, of onvoldoende afstand van een
onder stroom staande geleider. Ga niet dichterbij
dan de minimale veilige naderingsafstand zoals ge-
de
fi
nieerd door nationale veiligheidsvoorschriften.
Er kunnen knelpunten zijn tussen bewegende com-
ponenten. Overlijden of ernstig letsel kunnen het
gevolg zijn als iemand vast komt te zitten tussen
componenten, gebouwen, structuren of andere ob-
stakels. Zorg ervoor dat er voldoende ruimte rond
de machine is voordat u het chassis, de gieken of
het platform gaat verplaatsen. Zorg voor voldoende
ruimte en tijd om de beweging te stoppen om con-
tact met structuren of andere gevaren te voorko-
men.
Het hoogwerkerplatform kan kantelen als het insta-
biel wordt. Overlijden of ernstig letsel kunnen het
gevolg zijn van een gekanteld platform. Bedien het
hoogwerkerplatform alleen op een stevige, vlakke,
horizontale ondergrond. Vermijd loopsnelheden
en/of ruw terrein die plotselinge veranderingen in
de platformpositie te weeg kunnen brengen. Rij
niet en zet het platform niet klaar om te heffen vlak-
bij een steile daling, helling, gat, zachte of oneffen
grond of ander kantelgevaar.
De werkbelasting van het platform is het totale gewicht
van het personeel en apparatuur die in het platform op-
geheven kan worden. De werkbelastingen staan ver-
meld op de plaat op de achterkant van het platform.
A
Gevaar
Het hoogwerkerplatform kan kantelen als het instabiel
wordt. Overlijden of ernstig letsel kunnen het gevolg
zijn van een gekanteld platform. Overschrijd de capa-
citeitswaardes niet. Deze staan vermeld op een plaat
op het platform.
Capaciteitswaardes geven de hefcapaciteit aan en ge-
ven niet de stabiliteit van het hoogwerkerplatform aan.
De bediener heeft de uiteindelijke verantwoordelijkheid
ervoor te zorgen dat het hoogwerkerplatform goed
staat voor de betreffende omstandigheden.
Opstarten bij koud weer
Als de omgevingstemperatuur 0°C ( of lager is, dan
moet de motor en de olie van het hydraulische systeem
voor gebruik eerst opgewarmd worden. Laat de motor
snel stationair draaien totdat de motor en de hydrauli-
sche olie opgewarmd zijn. De motor kan uitgerust zijn
met een optionele opstartset voor koud weer.
Koude, dikke hydraulische olie stroomt niet goed en
kan bewegingen vertragen en een onjuiste spannings-
uitvoer van de wisselstroomgenerator veroorzaken.
Koude olie kan ook cavitatie en pompbeschadigingen
veroorzaken. Het hydraulische systeem kan uitgerust
zijn met een optionele opstartset voor koud weer.
De motor kan uitgerust zijn met een blokverwarmer.
Steek de stekker van het verwarmingssnoer acht uur
voordat de motor gestart wordt erin. De verwarmer
verwarmt het motorblok om starten bij koud weer te
vergemakkelijken.
Haal het stroomsnoer eruit voordat u de motor start.
Opwarmen hydraulisch systeem bij koud weer
Sommige motoren beschikken over een opwarmsy-
steem voor de hydraulische vloeistof dat de vloeistof
automatisch opwarmt als de opwarmschakelaar geac-
tiveerd wordt. De hydraulische vloeistof kan ook hand-
matig opgewarmd worden als de machine niet over het
optionele opwarmsysteem beschikt.
A
Let op
Niet alle hydraulische vloeistof is geschikt om in
het hydraulische systeem te gebruiken. Sommige
vloeistoffen hebben slechte smeringseigenschap-
pen waardoor componenten sneller slijten. Gebruik
alleen de aanbevolen hydraulische vloeistof.
Gebruik hydraulische olie voor koud weer zoals aan-
bevolen in de algemene speci
fi
caties bij temperaturen
van -12°C of lager.
Opwarmschakelaar hydraulisch systeem
Dit systeem kan gebruikt worden om de hydraulische
vloeistof op te warmen als de omgevingstemperatuur
lager is dan 0°C en de giekbeweging traag is vanwege
koude vloeistof.
Er kan een aan-/uitschakelaar zijn voor het opwarm-
systeem op het onderste bedieningspaneel en/of een
aan de linkerkant van het bovenste bedieningspaneel.
De motor moet draaien en de schakelaar die gebruikt
wordt om het systeem aan te zetten moet in dezelfde po-
sitie staan als bij het starten van de motor. Als de motor
bijvoorbeeld vanaf de onderste bedieningen gestart werd,
moet de opwarmschakelaar van de onderste bediening
gebruikt worden om het systeem te laten werken.
Om het opwarmsysteem te starten:
1. Start de motor en zet het gaspedaal in de lage
stand.
2. Zet de opwarmschakelaar in de aan-positie vanaf
hetzelfde bedieningsstation waarmee de motor
gestart werd.
3. Als de hydraulische vloeistof een temperatuur van
10°C ( heeft bereikt, zoals aangegeven op de ther-
mometer, kan de opwarmschakelaar in de uit-positie
gezet worden.
Handmatig opwarmen van het hydraulisch systeem
De hydraulische olie kan opgewarmd worden door de
giekextensiecilinder in de laagste stand te zetten. Hef
de hoofdgiek in de horizontale positie en gebruik de
Summary of Contents for AB60JRT
Page 2: ......
Page 20: ...Decal Location 18 AB60JRT 0182264 Decal Location A18043K...
Page 24: ......
Page 25: ...Betriebsanleitung Bestellnummer 508321 001 DE AB60JRT June 08...
Page 26: ......
Page 44: ...Decal Location 18 AB60JRT 0182264 Decal Location A18043K...
Page 48: ......
Page 49: ...Manual del Usuario El n mero de referencia para el manual es el 508321 001 ES AB60JRT June 08...
Page 50: ......
Page 68: ...Decal Location 18 AB60JRT 0182264 Decal Location A18043K...
Page 72: ......
Page 73: ...Manuale d Uso Manuale Ricambi Numero 508321 001 IT AB60JRT June 08...
Page 74: ......
Page 92: ...Decal Location 18 AB60JRT 0182264 Decal Location A18043K...
Page 96: ......
Page 97: ...Bedieningshandleiding Handboek onderdeelnummer 508321 001 NL AB60JRT June 08...
Page 98: ......
Page 116: ...Decal Location 18 AB60JRT 0182264 Decal Location A18043K...
Page 120: ......
Page 121: ......