30 NL/BE
Q
Reiniging en onderhoud
Smeer alle externe, bewegende onderdelen
goed in.
Reinig de hydraulische krik met een iets
geoliede doek.
Gebruik in géén geval scherpe of bijtende
reinigingsmiddelen.
Q
Onderhoud en opslag
Q
Hydrauliekolie bijvullen /
insmeren
Opmerking:
gebruik alleen hydrauliekolie
conform ISO VG 15.
Plaats de krik verticaal op een vlakke, hori-
zontale ondergrond.
Draai de verlengschroef
2
volledig omlaag.
Plaats de stang
7
met de ovale opening
op het daalventiel
5
en draai de stang
langzaam tegen de klok in (afb. C) totdat
de schotel
1
volledig neergelaten is.
Trek de olieplug
8
uit de olietank.
Vul hydrauliekolie in de tank vanuit een
geschikt reservoir. Vul de hydrauliekolie tot
aan de onderste rand van de vulopening.
Verwijder eventueel voorhanden lucht uit
het hydraulieksysteem. Ga daarvoor te werk
zoals beschreven in de stappen 3–4 in het
hoofdstuk “Lucht uit het hydraulieksysteem
verwijderen”.
Plaats de olieplug
8
weer in de olietank.
Smeer alle bewegende delen van de krik
regelmatig in om corrosie te voorkomen.
Vul ca. 100–105 ml olie bij als de olie
helemaal verbruikt is.
Opmerking:
de slijtage-levensduur van
3 jaar komt te vervallen, als de krik niet
door gekwalificeerd vakkundig personeel
wordt gecontroleerd.
Laat een defecte hydraulische krik alléén
door een vakman repareren. Probeer nooit
zelf de krik te repareren.
Q
Lucht uit het
hydraulieksysteem
verwijderen
Lucht in het hydraulieksysteem kan leiden tot
storingen in de functie van de krik.
Ga voor de verwijdering van de lucht
uit het hydraulieksysteem te werk als
onderstaand beschreven staat:
1. Plaats de stang
7
met de ovale opening
op het daalventiel
5
en draai de stang te-
gen de klok in (afb. C) totdat de schotel
1
volledig neergelaten is.
2. Trek de olieplug
8
uit de olietank.
3. Plaats de hefstang
6
in de opname voor
de hefstang
3
en pomp meerdere keren
om de lucht te laten ontsnappen.
4. Plaats de stang
7
met de ovale opening
op het daalventiel
5
en draai de stang
langzaam tegen de klok in (afb. C). Het
daalventiel
5
is nu weer gesloten.
5. Plaats de olieplug
8
weer in de olietank.
6. Herhaal zo nodig de stappen 1–5 totdat
alle lucht is ontsnapt.
Q
Opslag
Plaats de stang
7
met de ovale opening
op het daalventiel
5
en draai de stang
langzaam tegen de klok in (afb. C) totdat
de schotel
1
volledig neergelaten is.
Draai de verlengschroef
2
helemaal omlaag.
Bewaar de hydraulische krik en de hefstang
op een droge en tegen vocht beschermde plek.
Let op dat de schotel
1
compleet neerge-
laten en de verlengschroef
2
volledig inge-
draaid is als u de krik opbergt. Zo vermijdt
u dat olie uit de olieplug
8
kan lopen.
Smeer alle bewegende delen van de krik
regelmatig in om corrosie te voorkomen.
Summary of Contents for 303565
Page 3: ...8 E D 3 C 1 B A 2 1 3 4 5 6 7 7 6 7 6 7 ...
Page 4: ......