27
NL/BE
verwijderd. In het andere geval bestaat
gevaar voor letsel door bekneld raken.
Voer de hefstang
6
in de opname voor
de hefstang
3
en krik de auto op tot de
gewenste hoogte (zie afb. D).
Plaats de steunbokken onder de geoorloofde
steunpunten van de auto.
Ontlast de krik door de stang
7
met de
ovale opening op het daalventiel
5
te
plaatsen en de stang
7
iets tegen de klok
in te draaien en vervolgens onmiddellijk
weer terug te draaien. De schotel
1
stuurt
iets naar beneden en de auto wordt door
de steunbokken gedragen.
Q
Auto neerlaten
LEVENSGEVAAR!
Waarborg dat zich
geen personen of hindernissen onder de
auto bevinden waaneer u de auto neerlaat.
VOORZICHTIG!
Laat de auto slechts
langzaam zakken. In het andere geval dreigt
gevaar voor letsel en voor schade aan het
product resp. de auto.
Krik de auto eerst een beetje op, zodat u de
steunbokken kunt verwijderen. Ga daarvoor
te werk als in het hoofdstuk “Auto opkrikken”
beschreven staat.
Verwijder de steunbokken.
Plaats de stang
7
met de ovale opening
op het daalventiel
5
en draai de stang
langzaam tegen de klok in (afb. C). De
auto wordt langzaam neergelaten.
Opmerking:
hoe verder u de stang
7
tegen de klok in draait, hoe sneller de auto
wordt neergelaten. Draai daarom eerst zeer
voorzichtig om een gevoel te krijgen voor
de juiste snelheid.
Stuur de schotel
1
zover omlaag dat hij
niet meer belast wordt. Trek de krik vervol-
gens onder de auto vandaan. Oefen druk
uit op de schotel
1
totdat hij volledig neer-
gelaten is.
Sluit het daalventiel
5
door de stang
7
op het daalventiel
5
met de klok mee te
draaien.
Trek de stang
7
van het daalventiel
5
.
Draai de verlengschroef
2
weer omlaag
als deze omhooggeschroefd is.
Q
Reiniging en onderhoud
Smeer alle externe, bewegende onderdelen
goed in.
Reinig de hydraulische krik met een iets
geoliede doek.
Gebruik in géén geval scherpe of bijtende
reinigingsmiddelen.
Q
Onderhoud en opslag
Q
Hydrauliekolie bijvullen /
insmeren
Opmerking:
gebruik alleen hydrauliekolie
conform ISO VG 15.
Plaats de krik verticaal op een vlakke, hori-
zontale ondergrond.
Draai de verlengschroef
2
volledig omlaag.
Plaats de stang
7
met de ovale opening
op het daalventiel
5
en draai de stang
langzaam tegen de klok in (afb. C) totdat
de schotel
1
volledig neergelaten is.
Trek de olieplug
8
uit de olietank.
Vul hydrauliekolie in de tank vanuit een
geschikt reservoir. Vul de hydrauliekolie tot
aan de onderste rand van de vulopening.
Verwijder eventueel voorhanden lucht uit
het hydraulieksysteem. Ga daarvoor te werk
zoals beschreven in de stappen 3–4 in het
hoofdstuk “Lucht uit het hydraulieksysteem
verwijderen”.
Plaats de olieplug
8
weer in de olietank.
Smeer alle bewegende delen van de krik
regelmatig in om corrosie te voorkomen.
Vul ca. 100–105 ml olie bij als de olie
helemaal verbruikt is.