– 6 –
NL
– 7 –
Opslaan van individuele zenders
Schakel naar de handmatige zenderkeuze "scAn". Stel de gewenste frequentie in en open via het menu
het menupunt "z
ender
opslAAn
". Selecteer via de
E
- resp.
F
-toets een geheugenplaats en druk op de
C
-toets voor het opslaan van de zenders.
Wissen van opgeslagen zenders
Selecteer in het menu het punt "z
ender
Wissen
". Selecteer vervolgens via de
E
- resp.
F
-toets een
toegewezen geheugenplaats en bevestig het wissen door op de
C
-toets te drukken.
FM-radio-opname
Druk kort op de
4
-toets om de radio-opname te starten. Door kort op de
4
-toets te drukken,
beëindigt u de opname.
Opmerking: Alle radio-opnamen worden in de "FM"-map van de
i.Beat xtension FM
opgeslagen.
Modus: Opnamen
Schakel eerst naar de modus "o
pnAMen
".
In deze modus kunt u gesproken opnamen en optionele FM-radio-opnamen weergeven.
Via de geïntegreerde microfoon kunt u spraakopnamen maken. Druk gedurende ca. 1 seconde op de
4
-toets
om de opname te starten. Om de huidige opname te onderbreken, drukt u kort op de
C
-toets. Om de
huidige opname weer op te nemen, drukt u nogmaals kort op de
C
-toets. Door kort op de
4
-toets te
drukken, beëindigt u de opname.
Opmerking: Alle gesproken opnamen worden in de "
MIc
"-map van de
i.Beat xtension
opgeslagen.
Opmerking: U moet in de mapnavigatie de geheugenlocatie "
I
ntern
geheugen
" selecteren opdat gesproken opnamen
kan worden geactiveerd.
De bediening en functies in deze modus functioneren analoog met de modus "M
UzieK
".
Modus: Instellingen
Schakel eerst naar de modus "i
nstellingen
".
Hier kunt u de equalizer, de weergavemodus, weergave-instellingen, de sleeptimer, het automatisch
uitschakelen en de opnamekwaliteit configureren.
Selecteer de gewenste instelling door op de
E
- resp.
F
-toets te drukken en bevestig vervolgens de
modus door op de
C
-toets te drukken. Door op de
i
-toets te drukken, verlaat u het menu Instellingen.
Equalizer
Onder het menupunt "e
qUAlizer
" kunt u één van de 6 vooraf ingestelde equalizers instellen.
Weergavemodus
Onder het menupunt "W
eergAveModUs
" kunt u één van de 6 vooraf ingestelde weergave-instellingen instellen.
Display
Contrast:
Onder het menupunt "c
ontrAst
" kunt u het contrast van het LC-display instellen.
Achtergrondverlichting:
Onder het menupunt "A
chtergrondverlichting
" kunt u instellen, na welke
periode het display automatisch moet worden uitgeschakeld.
Titelinformatie:
Onder het menupunt "t
itelinforMAtie
" kunt u definiëren welke informatie (bestandsnaam
of ID-tag-informatie) op het display moet worden weergegeven.
•
•
•
•
•
•