NL
17
Digital Inverter
7
ELEKTRISCH GEDEELTE
WAARSCHUWING
1. Let er bij gebruik van de opgegeven kabelsoorten op
dat u deze kabels aansluit en stevig vastzet, zodat
een belasting van buitenaf op de kabels het
verbindingsgedeelte van de aansluitingen niet
beschadigt.
Een slechte verbinding of bevestiging kan brand of
andere problemen veroorzaken.
2. Sluit in elk geval een aardekabel aan.
(aardaansluitingen)
Onjuiste aardaansluitingen kunnen een elektrische
schok veroorzaken.
Sluit aardekabels niet aan op gasleidingen,
waterleidingen, bliksemafleiders of aardekabels voor
telefoonkabels.
3. Het apparaat moet worden geïnstalleerd
overeenkomstig de landelijke wetgeving voor
bekabeling.
Onvoldoende capaciteit van het voedingscircuit of een
niet volledige installatie kan een elektrische schok of
brand veroorzaken.
LET OP
•
Door een foutieve bekabeling kunnen sommige
onderdelen doorbranden.
•
Gebruik altijd de bij het product geleverde kabelklemmen.
•
Beschadig de geleidende kern en de binnenste isolatie
niet, bij het strippen van de voedings- en onderlinge
verbindingskabels.
•
Gebruik altijd voedings- en onderlinge verbindingskabels
van de voorgeschreven dikte, het voorgeschreven type
en de vereiste bescherming.
•
Verwijder het paneel zodat u de elektrische onderdelen
aan de voorzijde kunt zien.
•
Door de opening voor de kabels kan een metalen pijp
worden gestoken. Wanneer de pijp voor de kabels niet
door de opening past, boort u de opening wat verder uit
totdat deze groot genoeg is.
leidingklepmontageplaat en de kabelklemmen in het
elektrische aansluitingencompartiment.
•
Wanneer de buitentemperatuur daalt, wordt er stroom
toegevoerd naar de compressor om de compressor voor
te verwarmen, opdat er geen schade aan ontstaat.
Daarom laat u de hoofdschakelaar in de aan-stand staan
tijdens de perioden wanneer de airconditioner veelvuldig
in gebruik is.
Bekabeling tussen de binneneenheid
en de buiteneenheid
1. De onderstaande afbeelding toont het bedradings- en
aansluitschema tussen de standaard binnen- en
buitenapparaten en tussen de binnenapparaten en de
afstandsbediening. De bedrading die is aangegeven met
stippellijnen of streepjeslijnen moet aanwezig zijn op de
installatieplaats.
2. Zie voor de inwendige bedrading van de buitenapparaten
en de binnenapparaten de bedradingsschema’s van de
betreffende modellen.
3. U hoeft geen PC-kaartinstellingen te maken voor de
binnenapparaten.
Voedings- en bedradingsspecificaties
*
Aantal draden
×
draaddikte
Leidingmontageplaat
Elektrische
aansluitingen-
compartiment
Paneel
Kabelklem
Leiding-opening
• Maak de aansluitsnoeren voor binnen/buiten vast aan
zijde C.
Zijde D (speling: 8,5 mm)
Zijde C (speling: 4 mm)
Model
(Type RAV-SM)
224AT8 280AT8 224AT7 280AT7
Spanningsvoeding
380-415 V 3N~
50 Hz
380 V 3N~
60 Hz
Maximale
stroomsterkte
18,0 A
22,0 A
18,0 A
22,0 A
Installatiezekering
25 A
25 A
25 A
25 A
Voedingskabel*
5
×
2,5 mm
2
of groter
(H07 RN-F of 60245 IEC 66)
Verbindingskabels
binnen/buiten*
4
×
1,5 mm
2
of groter
(H07 RN-F of 60245 IEC 66)
1
2
A
B
3
1
2
A
B
3
1
2
3
L1
L2
L3
Ν
1
2
A
B
3
Buiteneenheid
Afstandsbediening
Binnenapparaat
(primair)
Aardlek-
schakelaar
Ingaand vermogen
380-415 V 3N~, 50Hz
380 V 3N~, 60Hz
Binnenapparaat
(secundair)
Binnenapparaat
(secundair)