ODYSSÉ
www.topro.no
20
NL
NL
Monteren en demonteren van de wielen
3
Monteren van de achterwielen: Zorg dat de remmen NIET in de parkeerstand staan (remhendels mogen niet
naar beneden staan). Pak het wiel, druk de rode klip in en plaatst het wiel over de as A met de klip ingedrukt.
Duw het wiel zo ver mogelijk over de as B. Laat vervolgens de rode klip los. Het achterwiel is correct gemon-
teerd indien het as-hoofd volledig zichtbaar. Er mag bij de as geen rood meer zichtbaar zijn. De rode klip is
nu weer terug in zijn originele stand. Om te controleren of het wiel correct is gemonteerd kunt u met beleid
trachten het wiel van de as af te trekken.
Controleer na de montage van het wiel of de rem naar behoren functioneert. Stel deze bij indien dit niet het
geval is. Indien deze afgesteld dienen te worden kijk dan bij paragraaf
Anpassen / controleren van de remmen
.
Monteren van de voor wielen:
LET OP: De voorvork kan uitsluitend gemonteerd worden indien de rollator uitge
klapt is. Voor het uitklappen van de rollator dient u geen kracht te gebruiken anders kunnen er onderdelen bescha
digen.
Zorg ervoor dat de vork aan de juiste zijde gemonteerd wordt. De vorken zijn gemarkeerd met R voor
rechts en L voor links. De vork moet gericht naar achter aan de binnenzijde geplaatst worden met het wiel aan
de buitenkant. Til de fixatiehaak van de vorkbout C naar buiten en houdt deze in positie terwijl u het voorwiel
en vork pakt D. Roteer de vork zo dat de vork in de rijrichting geplaatst is, de sleuf in de vork-as naar voren
gericht E. Monteer de vorkbout in het fixatiepunt F en druk de fixatiehaak naar binnen G tot dat u een “klik”
hoort. Tip: Wij adviseren de fixatiehaak af en toe in te smeren met vet om ervoor te zorgen dat het monteren
en demonteren van de wielen soepel blijft gaan.
Demonteren van de achterwielen: LET OP: dat de remhendel niet in de parkeerstand staat. Druk de rode klip
op het wiel in A en trek het wiel van de wielas B af terwijl u de klip ingedrukt houdt.
Demonteren van de voorwielen met vork:
LET OP: De vork kan uitsluitend gedemonteerd worden wanneer de
rollator volledig uitgevouwen zijn. Gebruik geen kracht, dit kan onderdelen beschadigen.
Breng de fixatiehaak C
omhoog om de vork-as te ontgrendelen door middel van een vinger, een schroevendraaier etc. Neem de vork
met het wiel uit de ophanging D.
Uitklappen/inklappen
4
Uitklappen: Maak de klip van het koord die de rollator bij elkaar houdt los A. Sta achter de rollator en houd
beide handvatbuisen vast. Til voorzichtig het achterste deel van de rollator een klein stukje van de vloer B
en duw de achter wielen een voor een naar beneden om te ontgrendelen C. Breng dan de duwhandvatten
omhoog D tot u een “klik” hoort en er GEEN rode markering zichtbaar is op het ontvangsthuis E. Open de
fixatieklem F en duw beide zitstangen tegelijkertijd naar beneden en naar buiten G. De zijframes vouwen
uit elkaar. De zitstangen moeten naar beneden geduwd worden tot deze vast zitten. U hoort een “klik”. De
rollator is nu vergrendeld in een uitgeklapte positie. Sluit het koord A achter het kruisframe om beklemming
van het koord te voorkomen.
Inklappen: Breng de duwhandvatten in de laagste positie zodat de rollator in de transporttas past (zie
paragraaf
Verlagen en hoogteverstelling van de duwhandvatten
). Trek aan koord H en klap de zijframes naar
elkaar toe I. Fixeer de rollator doormiddel van fixatieklem J. Pak de ovaalvormige ontgrendelaar aan beide-
zijde van de rollator K met de duim aan de voorzijde. Duw de ontgrendelknoppen naar beneden en breng de
stangen naar de achterwielen L tot deze met een “klik” in vergrendeld positie komen.
LET OP: De remhendels
moeten achter de drempelhulp geplaatst zijn, om er zeker van te zijn dat de rollator vergrendeld is.
Verlagen en hoogteverstelling van de duwhandvatten
5
Verlagen: Schroef de duwstang fixatieknop A los (4–5 slagen) en duw de duwstang naar beneden B het
frame in. Draai de duwstang fixatieknop A vast.
Hoogte verstelling: Schroef de duwstang fixatieknop A los (4–5 slagen). Plaats de duwstangen in de gewens-
te hoogte en beweeg deze daarna een stukje omhoog en omlaag C tot u een “klik” hoort. Draai de duwstang
fixatieknop A vast. Stel beide handvatten op gelijke hoogte af.
LET OP de maximale hoogte zoals gemarkeerd op
de buizen.
Het wordt aangeraden de handvatten op polshoogte af te stellen in een staande houding met
afhangende armen.
Aanpassen / controleren van de remmen
6
Aanpassen/controleren: Draai de moer naast de rem los A. Breng de remkabel op spanning B door de
stelschroef te verstellen C. Stel de remblokken D zo dicht mogelijk bij de trommel en draai de moer A vast.
Laat het wiel draaien om te controleren dat de remblok het wiel niet raakt.
Onderhoud van de remmen: Maak regelmatig het remblok D en de rem veer E schoon. De wielen en de
remmen kunnen worden vervangen als ze versleten of beschadigd zijn.