NL
23
CONFIGURATIE PARAMETERS GEBRUIKER - SONDE-LEZING
Druk tegelijkertijd meer dan 3 seconden lang op de toetsen
up
en
down
.
Verschijnt het label [
Loc
].
Maak gebruik van de
up
- en
down
-toetsen om de meteraflezingen en de
gebruikersparameters door te lopen.
Druk op de toets
enter
om de keuze de bevestigen en om naar de modaliteit van het
lezen van de sonden of van de aanpassing van de parameter te gaan
De huidige waarde verschijnt knipperend.
Gebruik de toetsen
om de nieuwe waarde te selecteren, alleen in het geval
van parameters.
Druk op de toets
enter
om de lezing van de sonde te verlaten of om de keuze van de
nieuwe waarde van de parameter te bevestigen, de instelling knippert niet meer.
HERSTEL FABRIEKSPARAMETERS
Informatie bestemd alleen voor deskundig personeel.
Bij het aanzetten van het instrument volgt een “LAMPTEST”-fase.
Indien gedurende deze fase 3 maal achtereenvolgens de toets
enter
wordt ingedrukt,
worden alle parameters gereset op de in de fabriek ingestelde waarden.
Op de display verschijnt het label
[rLd
] dat de resetting van de kaart op de door de
maker ingestelde waarden markeert.
LET OP:
de default-waarden in het geheugen zijn de waarden die betrekking hebben op de configuraties
(
tn, bts, btv, PrA
).
ALARMEN
APPARAAT MET DEFECTE METERS TIJDENS DE CONSERVERING
Fout sonde kamer
In geval de sonde kamer defect blijjkt te zijn of de relatieve verbinding onderbroken blijkt te zijn, verschijnt op
de display het label [
E0
].
De machine blijft functioneren in de conserveringsfase op basis van de aan de parameters “
C5
” en “
C6
”
toegekende waarden.
De interne koeling blijft functioneren op basis van de aan de parameter “
F3
” toegekende waarde.
Fout sonde verdamper (alleen in het geval van apparaten -22°C/+5°C)
In geval de sonde verdamper defect blijkt te zijn of de relatieve verbinding onderbroken blijkt te zijn,
verschijnt op de display het label [
E1
].
De interne koeling zal functioneren op basis van de aan de parameter “
F3
” toegekende waarde.
Indien alle drie de sonden defect of onderbroken zijn, zal op de display beurtelings
E0
,
E1
en
E2
verschijnen.
Foutmelding vochtigheidsmeter (uitsluitend op app14°C/+16°C)
In het geval dat de vochtigheidsmeter defect is of de aansluiting hiervan onderbroken is, wordt op het display
de label [E8] weergegeven. De statische vochtigheidscontrole wordt automatisch gedeactiveerd.