BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
1.
Deksel
2.
Handvat
3.
Aan-/Uitknop en indicatielampje
EERSTE GEBRUIK
Verwijder alle verpakkingen van het apparaat.
Kook eerst tweemaal een volle kan water.
Gooi het gekookte water weg. Als u de kan daarna weer met water vult, koelt de
droogkookbeveiliging waar af en kunt u de kan op normale wijze gebruiken.
GEBRUIK
Open het deksel.
Vul de kan met een hoeveelheid water die tussen de minimun- en
maximum-vulstrepen ligt. Bij te weinig water zal de kan te vroeg uitschakelen, bij
te veel kan het water overkoken.
Sluit het deksel zorgvuldig.
Steek de stekker in het stopcontact.
Schakel het apparaat in door de aan-/uitknop naar beneden te drukken. Het
indicatielampje gaat nu branden. Zodra het water kookt, schakelt de waterkoker
automatisch uit.
N.B.: Zorg ervoor dat de schakelaar niet geblokkeerd wordt en dat het deksel
goed dicht zit. De waterkoker zal niet afslaan als de schakelaar geblokkeerd is of
als het deksel niet goed dicht zit.
Kook het water, indien gewenst, nog een keer. Wacht hiermee echter minimaal 30
seconden nadat de kan automatisch is uitgeschakeld.
Schenk het water altijd langzaam en voorzichtig uit zonder de waterkoker te snel
te kantelen. Als de waterkoker per abuis droog wordt ingeschakeld, schakelt de
droogkookbeveiliging hem automatisch uit. Indien dit gebeurd, de waterkoker
eerst laten afkoelen en voor deze te vullen met koud water en opnieuw te
gebruiken.
Zorg ervoor dat het deksel altijd gesloten is en til het niet op terwijl het water kookt.
Als u het deksel opent tijdens de kookcyclus kan dit leiden tot brandwonden.
Wees voorzichtig bij het openen van het deksel als de waterkoker heet is.
Trek na gebruik de stekker uit het stopcontact.
LET OP!
Als de waterkoker te ver gevuld is, kan er kokend water uitspatten.
REINIGING EN ONDERHOUD
Laat de ketel voorafgaand aan reiniging altijd eerst afkoelen en trek de stekker uit
het stopcontact.
De waterkoker of de snoeren nooit onderdompelen in water, of vocht in contact
laten komen met deze onderdelen.
Veeg de behuizing schoon met een vochtige doek of een reinigingsdoek, gebruik
nooit giftige schoonmaakmiddelen.
Ontkalk het apparaat regelmatig, bij voorkeur 1 keer per maand. Als het water
sterk kalkhoudend is, moet u vaker ontkalken.