VOORGESCHREVEN GEBRUIK
OPGELET
De elektrische onderdeken is uitsluitend bedoeld voor het
verwarmen van bedden.
BEDIENING
Veiligheid
OPGELET
De elektrische onderdeken is uitgerust met een
VEILIGHEIDSSYSTEEM. Deze elektronische sensortechnologie
voorkomt oververhitting van de elektrische onderdeken over
de gehele oppervlakte door automatische uitschakeling bij
een storing. Als bij een storing de onderdeken automatisch
wordt uitgeschakeld door het VEILIGHEIDSSYSTEEM brandt
de warmtestand niet meer, ook niet als de onderdeken is
ingeschakeld.
Let op!
Na een veiligheidsfout kan de onderdeken niet meer
gebruikt worden en moet u het inleveren bij uw leverancier voor
reparatie.
Ingebruikname
Spreid de elektrische onderdeken gelijkmatig uit over uw matras,
te beginnen bij het voeteneinde. Het snoer moet zich ongeveer
ter hoogte van de schouder bevinden. De elektrische onderdeken
kan aan beide zijden gebruikt worden. Vervolgens legt u zoals
gebruikelijk het hoeslaken over het bed, zodat de elektrische
onderdeken zich tussen de matras en het hoeslaken bevindt.
Controleer elke keer als u het bed opmaakt of de elektrische
onderdeken vlak ligt en goed gespreid is, voordat u deze
inschakelt.
OPGELET
Zorg dat de elektrische onderdeken volledig vlak is uitgespreid en
tijdens het gebruik niet gevouwen of gekreukeld raakt.
Wij adviseren om de elektrische onderdeken ca. 30 minuten
voordat u naar bed gaat, in te schakelen en met het dekbed of
dekens af te dekken, om te voorkomen dat de warmte ontsnapt.
• Verbind eerst de schakelaar met het aansluitpunt aan de deken
door de stekker aan te sluiten.
• Steek daarna de stekker in het stopcontact.
Inschakelen
Zet de schuifknop voor AAN/UIT en de warmtestanden op
stand 1, 2 of 3 om de elektrische onderdeken in te schakelen.
Bij ingeschakelde toestand brandt het ledlampje van de
geselecteerde warmtestand.
Warmte instellen
Stand 0: UIT
Stand 1: minimale verwarming
Stand 2: gemiddelde verwarming
Stand 3: maximale verwarming
WAARSCHUWING
Als de elektrische onderdeken meerdere
uren wordt gebruikt, raden wij u aan
de laagste warmtestand (stand 1) in
te stellen om oververhitting van de
gebruiker te voorkomen.
7
Gebruiksaanwijzing TM-1403