Zaag een stam nooit volledig door. Laat altijd een
baard staan. De baard leidt de vallende boom. Als u de
stam volledig doorzaagt, hebt u geen controle meer
over de valrichting van de boom.
Sla een wig of velhevel in de zaagsnede voordat de
boom instabiel wordt en gaat bewegen. Hierdoor
voorkomt u dat het zaagblad in de eigenlijke zaagsne-
de ingeklemd raakt als u de valrichting verkeerd hebt
ingeschat. Verzeker u ervan dat er geen omstanders in
de gevarenzone staan voordat u de boom omduwt.
EIGENLIJKE ZAAGSNEDE
1. Gebruik houten of kunststof wiggen (G) om te
voorkomen dat het zaagblad of de ketting (H) in de
snede ingeklemd raakt. Met wiggen kunt u boven-
dien het vellen sturen (Fig. 10C).
2. Als de diameter van de te vellen boom groter is
dan de lengte van het zaagblad, kunt u twee zaag-
sneden maken (Fig. 10D).
WAARSCHUWING:
Als de eigenlijke zaagsne-
de te dicht bij de baard komt, kan de boom omval-
len. Als een boom begint te vallen, haalt u de zaag
uit de snede, trekt u de stekker los en legt u de kettingzaag
neer, waarna u via de vluchtweg wegloopt (Fig. 10A).
TAKKEN VERWIJDEREN
Verwijder de takken van een gevelde boom. Verwijder
geen steungevende takken (A) voordat u de stam in
stukken hebt gezaagd (Fig. 11). Onder spanning staande
takken moeten bovenlangs worden doorgezaagd om te
voorkomen dat de kettingzaag klem komt te zitten.
WAARSCHUWING:
Ga nooit op de stam
staan als u takken verwijdert.
IN STUKKEN ZAGEN
De gevelde stam wordt in stukken gezaagd. Zorg dat u
stevig staat, en als u op een hellende ondergrond staat,
dient u boven de stam te staan. Ondersteun de stam als
dat mogelijk is, zodat het af te zagen stuk niet op de
grond rust. Als de stam aan beide uiteinden wordt
ondersteund en u de stam in het midden moet doorza-
gen, maak dan eerst aan de bovenkant een zaagsnede
tot halverwege de stam en maak daarna de zaagsnede
aan de onderkant. Hierdoor voorkomt u dat het zaag-
blad en de ketting worden ingeklemd. Let erop dat de
ketting de grond niet raakt tijdens het in stukken zagen
van de stam, omdat de ketting daardoor snel bot wordt.
Als u een stam op een hellend vlak in stukken zaagt, ga
dan altijd boven de stam staan:
1. De stam wordt over de volledige lengte onder-
steund: Zaag aan de bovenkant en voorkom dat u
in de grond zaagt (Fig. 12A).
2. De stam wordt aan één kant ondersteund: Zaag
eerst onderlangs 1/3 van de stamdiameter om ver-
splintering te voorkomen. Zaag daarna bovenlangs
om bij de eerste zaagsnede uit te komen en om
inklemming te voorkomen (Fig. 12B).
3. De stam wordt aan beide kanten ondersteund:
Zaag eerst bovenlangs 1/3 van de stamdiameter om
versplintering te voorkomen. Zaag daarna onder-
langs om bij de eerste zaagsnede uit te komen om
inklemming te voorkomen (Fig. 12C).
OPMERKING:
U kunt een stam het beste met een
zaagbok vasthouden. Als dat niet mogelijk is, moet u
de stam optillen en met takken of stukken hout onder-
steunen. Verzeker u ervan dat de stam die u zaagt
goed wordt ondersteund.
GEBRUIK VAN EEN ZAAGBOK
Voor uw veiligheid en om
het zagen te vergemakke-
lijken is een correcte
houding voor verticaal
zagen essentieel (Fig. 13).
Verticaal zagen:
A. Houd de zaag met
beide handen stevig
vast en houd de zaag
tijdens het zagen recht
vóór uw lichaam.
B. Houd uw linkerarm zo
recht mogelijk.
C. Zorg dat u uw gewicht
over beide voeten ver-
deelt.
VOORZICHTIG:
Verzeker u ervan dat de
ketting en het zaagblad tijdens het zagen vol-
doende gesmeerd worden.
5. ONDERHOUD
ZAAGBLADONDERHOUD
WAARSCHUWING:
Verzeker u ervan dat de
elektrische kabel uit het stopcontact is getrokken
voordat u onderhoudswerkzaamheden aan uw
kettingzaag uitvoert.
Goed onderhoud aan het zaagblad zoals in dit
hoofdstuk wordt uitgelegd, is essentieel om uw
kettingzaag in goede staat te houden.
Kettingwielneus smeren
(Alleen voor apparaten met kettingwielneus.)
VOORZICHTIG:
Als u de kettingwielneus van
het zaagblad niet volgens voorschrift smeert, zullen
de zaagprestaties afnemen en vervalt de garantie.
Aanbevolen wordt om de kettingwielneus na het zagen
altijd te smeren. Maak de kettingwielneus grondig
schoon voordat u gaat smeren.
WAARSCHUWING:
Draag veiligheidshand-
schoenen als u deze werkzaamheden uitvoert om
het risico op verwondingen te verminderen.
Toledo
31
FÜLLEN DES ÖLTANKS
Füllen Sie unter Verwendung eines Trichters spezielles
Kettensägenöl in den Öltank. Wischen Sie Spritzer
weg. Achten Sie darauf, dass kein Schmutz in den Tank
gelangt.
Die Sägekette muss während des Betriebs geschmiert
werden, um die Reibung mit der Führungsschiene zu
minimieren. Der Öltank enthält 200 ml Öl, genug zum
Schmieren der Kette für 15-20 Minuten Sägearbeit.
Wir empfehlen, spezielles Kettensägenöl zu verwen-
den, welches Zusätze enthält, die Reibungsverschleiß
minimieren, die Bildung von Harzrückständen verrin-
gern und biologisch abbaubar sind.
VORSICHT:
Der Öltankpegel sollte während
des Betriebs regelmäßig geprüft werden, um zu
verhindern, dass Schiene und Kette austrocknen.
HINWEIS:
Ihre Kettensäge ist mit einem Automatischen
Ölungssystem ausgerüstet, welches die EINZIGE Quelle
der Schmierung von Schiene und Kette ist (Abb. 6).
4. BEDIENUNGSVORSCHRIFT
STARTEN DER SÄGE
1. Vergewissern Sie sich, dass die Kettenbremse
AUSSER BETRIEB ist. Der Motor startet nicht,
wenn die Kettenbremse in der Position EINGE-
SCHALTET ist. Lösen Sie die Kettenbremse durch
Zurückziehen in Richtung Motor (Abb. 7A).
ACHTUNG!
Vergewissern Sie sich, dass Sie den
korrekten Typ und die richtige Größe des
Verlängerungskabels haben (
≥
1,5 mm
2
).
2. Eine Halterung für das Verlängerungskabel ist in
den Schalthebel eingebaut; sie verhindert, dass sich
das Kabel aus dem Griff zieht. Zur Nutzung dieser
Vorrichtung verdoppeln Sie einfach das
Verlängerungskabel rund einen Fuß vom Ende und
führen es in das Ende des Griffs ein. Befestigen Sie
die durch Dopplung des Kabels gebildete Schleife
an der Lasche. Ziehen Sie vorsichtig an dem Kabel,
um sich zu vergewissern, dass es fest im Griff der
Säge verankert ist. Verbinden Sie das
Steckdosenende des Verlängerungskabels mit dem
Stromkabel des Geräts. (Abb. 7B)
3. Fassen Sie die Säge mit beiden Händen an, die linke
Hand hält den vorderen Griff (HALTEN SIE
NICHT DIE KETTENBREMSE) und die rechte
Hand hält den hinteren Griff. Daumen und Finger
sollten beiden Griffe umschließen (Abb. 7C).
4. Drücken Sie mit Ihrem RECHTEN DAUMEN die
EINRAST- / AUSTASTE (C) nach vorne bis zum
Ende des hinteren Griffs und drücken Sie gleichzei-
tig den Auslöser. Zum Stoppen der Säge lassen Sie
den Auslöser los (Abb. 7D).
HINWEIS:
Es ist nicht nötig, die EINRAST- / AUSTAS-
TE eingedrückt zu halten, wenn der Auslöser ein-
gedrückt ist und der Motor läuft. Die EINRAST- /
AUSTASTE ist eine Sicherheitsvorrichtung zum
Verhindern des unbeabsichtigten Startens.
STOPPEN DES MOTORS
Der Sägenmotor stoppt automatisch, wenn der
Auslöser losgelassen wird. Die EINRAST- / AUSTAS-
TE und der Auslöser müssen gedrückt werden, um
den Motor wieder zu starten.
SCHMIERUNG VON KETTE UND FÜHRUNGS-
SCHIENE
Ausreichende
Schmierung der
Sägekette während des
Betriebs ist unverzicht-
bar, um Reibung mit der
Führungsschiene zu mini-
mieren.
Ihre Kettensäge ist mit
einem automatischen
Ölungssystem ausgerüstet. Der Öler liefert automa-
tisch die richtige Menge Öl zu der Führungsschiene
und zu der Kette. Es gibt keine Fließeinstellung.
Der Öltankpegel kann in dem Prüffenster (A) an der
rechten Seite der Säge nachgesehen werden. Der Tank
ist voll, wenn oben auf der Rille Öl ist (Abb. 8).
18
Toledo