6. Aansluiten van hydraulische leidingen.
De koudwaterinlaat wordt aangegeven met een blauwe kraag en de warmwateruitlaat met een rode kraag. Ze
zijn voorzien van gasschroefdraad met diam. 20/27 (3/4").
In zones waar het water erg hard is (Th>2 mmol/l CaCO3 ), bevelen we aan om het te behandelen. Met een
waterontharder moet de hardheid van het water boven de 0.8 mmol/l CaCO3 blijven. De ontharder is geen
afwijking van onze garantie, op voorwaarde dat deze is gecertificeerd en wordt ingesteld volgens de regels
van de kunst, en regelmatig wordt gecontroleerd en onderhouden.
Het gebruik van een omlooplus wordt ten zeerste afgeraden: een dergelijke installatie veroorzaakt
een destratificatie van het water in de vat en heeft tot gevolg dat de warmtepomp harder moet
werken en dat de elektrische weerstand meer zal worden aangestuurd.
6.1. Aansluiting koud water.
Alvorens de hydraulische aansluiting te verrichten dient gecontroleerd te worden of de leidingen van het
waternet proper zijn. Het is verplicht om een nieuwe veiligheidsgroep (niet meegeleverd) te plaatsen op de
inlaat van het apparaat (inzetstuk voor koud water) die voldoet aan de geldende normen (in Europa: EN 1487)
van 0,7 MPa (7 bar) en die rechtstreeks aangeloten dient te worden op de koudwaterinlaat van de boiler. De
veiligheidsinrichting moet beschermd worden tegen bevriezing.
Geen enkele hydraulische accessoire (afsluitklep, drukregelaar, enz.) mag tussen de veiligheidsgroep
en het inzetstuk voor koud water op het warmwaterapparaat worden geplaatst, met uitzondering
van een koperen leiding.
Opdat water zou kunnen worden afgevoerd vanuit de
veiligheidsgroep moet de afvoerbuis vrij aan de open
lucht worden gehouden. Ongeacht het type installatie,
moet deze een afsluiter op het koude water omvatten
stroomopwaarts van de veiligheidsgroep.
Sluit de afvoer van de veiligheidsgroep aan op een
afvoerslang vrij aan de open lucht, via een sifon, in een
omgeving waar het niet vriest, en moet altijd omlaag
gericht zijn om dilatatiewater door de opwarming af te
voeren of water wanneer het warmwaterapparaat
wordt geleegd.
Een drukregelaar (niet bijgeleverd) is noodzakelijk
wanneer de aanvoerdruk hoger is dan 0,5 MPa (5 bar).
De drukregelaar moet op de aftakking van de
algemene waterdistributie worden geïnstalleerd. Een
druk van 0,3 tot 0,4 MPa (3 tot 4 bar) wordt
aanbevolen.
J
JA
J
JA
L
NEEN
Ontspanner
Aankomst
waternetwerk
Veiligheidsg
roep
koudwaterin
laat boiler
Sifon
Presentatie
Installatie
Gebruik
Onderhoud
Garantie
91
NL
Summary of Contents for 266002
Page 2: ......