NL
114
TABEL 4:
AANBEVOLEN SCHEIDINGSAFSTANDEN TUSSEN
DRAAGBARE EN MOBIELE RF-COMMUNICATIEAPPARATUUR EN HET APPARAAT
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-verstoringen onder controle zijn. De klant of de gebruiker
van het apparaat kan helpen bij het voorkomen van elektromagnetische interferentie door een minimumafstand aan te houden tussen draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur (zenders) en het apparaat volgens de onderstaande aanbevelingen, afhankelijk van het maximale uitgangsvermogen van de
communicatieapparatuur.
Maximaal nominaal
uitgangsvermogen van zender
W
Scheidingsafstand afhankelijk van frequentie van de zender m
0,15 MHz tot 80 MHz
d = 1,2
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2
80 MHz tot 2,7 GHz
d = 2,3
0.01
0.12
0.12
0.23
0.1
0.38
0.38
0.73
1
1.2
1.2
2.3
10
3.8
3.8
7.3
100
12
12
23