29
DE LADER AANSLUITEN OP DE ACCU
1. De stekker van de lader mag niet in het stopcontact zitten, wanneer gelijkstroom-/
accuverbindingen gemaakt of verbroken worden.
2.
Indien u een accu in een voertuig met accuklemmen gaat opladen, dient u, voordat u de lader aansluit, te controleren of de accuklemmen veilig en
op voldoende afstand van de omringende bedrading, metalen buizen en het chassis geplaatst kunnen worden. Sluit de lader aan in deze volgorde:
Sluit eerst de pool van de accu aan die niet verbonden is met het chassis (meestal
positief), sluit daarna de andere accuklem aan (meestal negatief) op het chassis op ruime
afstand van de accu en de brandstofleiding. Ontkoppel de lader in omgekeerde volgorde.
3.
Plaats de accu in een goed geventileerde ruimte wanneer u een accu met accuklemmen buiten het voertuig gaat opladen. Sluit de lader aan op de
accu: RODE klem op de POSITIEVE (POS, P of +) pool en ZWARTE klem op de NEGATIEVE (NEG, N of –) pool. Zorg dat de klemmen stevig en veilig
zijn bevestigd. Een goed contact is belangrijk.
4. Als de accu zwaar ontladen is, dient de accu uit het voertuig verwijderd en gecontroleerd
te worden voordat er een poging ondernomen wordt om de accu te herstellen.
Controleer
de accu visueel op mechanische defecten zoals vormverwijding, gescheurde behuizing of tekenen
van elektrolytlekkage. Als de accu vuldoppen heeft en de platen in de cellen vanaf de buitenzijde
zichtbaar zijn, kunt u voorzichtig proberen vast te stellen of bepaalde cellen afwijken van andere
(bijvoorbeeld wit materiaal tussen de platen, platen die elkaar raken).
Probeer de accu niet op te
laden wanneer mechanische defecten zichtbaar zijn, maar laat de accu door een vakman
nakijken.
5.
Lees de veiligheidsinstructies en de gebruiksaanwijzing van de fabrikant zorgvuldig door voordat u de lader aansluit
op een nieuwe accu
. Volg,
indien van toepassing, de instructies betreffende het vullen van zuur zorgvuldig en nauwkeurig op.
DE OPTIMATE 2 DUO GEBRUIKEN: HET LADEN STARTEN
AC-VOEDING:
UNIVERSEEL 100-240 V 50-60 Hz
Fom veiligheidsredenen zal de OptiMate-uitgang alleen worden geactiveerd als er een accu met een minimumspanning van
4 V is aangesloten.
ZEER LEGE, VERWAARLOOSDE ACCU'S: Besteed bijzondere aandacht aan het volgende, dat
vooral belangrijk is voor relatief kleine accu's, zoals die van motorfietsen, zitmaaiers, jetski's,
skimotoren e.d:
Een accu die voor lange tijd diep ontladen is geweest, kan blijvende schade vertonen aan een of meer
cellen. Dit soort accu's kan tijdens het opladen met sterke stroom uitzonderlijk warm worden.
Controleer de temperatuur van de accu tijdens het eerste uur, daarna om het uur. Controleer op
ongebruikelijke tekenen, zoals pruttelend of lekkend elektrolyt, sterkere activiteit in één cel in
vergelijking met andere cellen, of sisgeluiden. Wanneer de accu op een bepaald moment zo warm
wordt dat u hem niet meer kunt aanraken of er zijn ongewone tekenen, KOPPEL DE LADER DAN
METEEN LOS.