RX01
23
en
de
fr
no
da
et
fi
sv
es
nl
bg
el
hu
it
pl
pt
ro
sk
sl
tr
6.
Controlepunten vóór gebruik
•
Controleer of elk onderdeel goed bevestigd is.
•
Controleer of het masker geen defecten, barsten, scheu
-
ren, gaten en vervormingen heeft.
•
Controleer of het masker niet vies is. (Raadpleeg “11.
Reinigen”.)
•
Controleer of het hoofdharnas voldoende elastisch is.
•
Controleer of de juiste filters gemonteerd zijn.
7.
Filters monteren
C
1.
Richt het filter
teken op het teken van het
masker en druk het samen.
2.
Draai het filter rechtsom totdat het stopt.
3.
Controleer of het filter
teken gericht is op het
teken van het masker .
Gebruik twee filters van dezelfde soort en
dezelfde klasse.
Vervang beide filters tegelijkertijd.
8. Opzetten
D
Maak de gesp los.
1.
Plaats de hoofdband over uw hoofd.
2. Maak de gesp achter uw nek vast.
3.
Trek afwisselend aan beide uiteinden (A) en (B)
van de hoofdharnas voor een comfortabele en
goede pasvorm.
9.
Geschiktheidscontrole
E
Controle van de negatieve druk
1.
Plaats de handpalmen op de filteropeningen.
2.
Adem rustig in en controleer of het masker
enigszins inkrimpt en u geen lekkages tussen
het masker en het gezicht constateert.
F
Controle van de positieve druk
1.
Plaats de handpalmen op de klep van het
uitademingsventiel.
2.
Adem rustig uit en controleer of het masker
enigszins uitzet en u geen lekkages tussen het
masker en het gezicht constateert.
Als u een luchtlekkage constateert, plaats het
masker dan opnieuw op het gezicht en verstel de
spanning op het hoofdharnas om de lekkage te ver
-
helpen.
Gebruik het masker niet als u het masker niet goed
luchtdicht kunt afsluiten.
10. Onderhoud
G
Uitademingsventiel
1.
Open de klep van het uitademingsventiel en druk
het uitademingsventiel naar buiten.
2.
Druk het nieuwe uitademingsventiel op het
stangetje in het midden van de ventielhouder
zodat het ventiel goed op zijn plaats blijft zitten.
3.
Knijp in het stangetje van het uitademingsventiel
en draai eraan om ervoor te zorgen dat het goed
vastzit.
Sluit de klep van het uitademingsventiel.
H
Inademingsventiel
1.
Druk het inademingsventiel naar buiten.
2.
Druk het nieuwe inademingsventiel op het
stangetje in het midden van de ventielhouder.
I
Hoofdharnas
1.
Draai de haak van de hoofdharnas 90°, zoals
afgebeeld in de afbeelding.
2. Verwijder de haak van het juk.
3.
Bevestig de nieuwe haak, zoals afgebeeld in de
afbeelding.
J
Pakking
1. Druk de pakking uit de apparatuurconnector.
2.
Druk het platte gedeelte van de nieuwe pakking
stevig in de groef van de apparatuurconnector.
Plaats de pakking niet ondersteboven.
11.
Reinigen
•
Gebruik een licht bevochtigde doek om stof, transpiratie,
vuil en andere substanties te verwijderen die aan het
gezichtsvizier, het inademingsventiel, de houder van het
inademingsventiel, het uitademingsventiel, de houder van
het uitademingsventiel, het hoofdharnas en de overige
onderdelen vastkleven.
•
Als de vervuiling ernstig is, dient u elk onderdeel in
gewoon of handwarm water met een beetje neutraal
reinigingsmiddel te reinigen en vervolgens onder schoon
water af te spoelen.
•
Laat elk onderdeel in de schaduw drogen.
•
Plaats alle verwijderde onderdelen terug in de
oorspronkelijke posities.
1.
Voer het reinigen uit met de filters verwijderd.
2.
Gebruik geen wasmachine of droger.
3.
Gebruik voor het reinigen geen aceton of
andere reinigingsmiddelen.
12. Bewaren
Bewaar het masker in een geschikte locatie die schoon,
droog en donker is en waar de temperatuur tussen de 0°C
en +50°C blijft.
Bewaar de maskers niet door ze op te stapelen of te
vouwen.
13. Bewaardatum
Voor het masker en de vervangende onderdelen zijn geen
bewaartermijn vastgesteld. Raadpleeg "6. Controlepunten
vóór gebruik".
14. Weggooien
Weggooien in overeenstemming met de toepasselijke voor
-
schriften.