14
NL
4
Selecteer een nummer uit de
nummerlijst door de regelknop te
verdraaien en druk vervolgens op de
regelknop.
Het telefoongesprek wordt gestart.
1
Druk op CALL, selecteer [RECENT CALL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
Er wordt een lijst van gesprekken in de
gesprekkenhistorie weergegeven.
2
Selecteer een naam of telefoonnummer
uit de gesprekkenhistorie door de
regelknop te verdraaien en druk
vervolgens op de regelknop.
Het telefoongesprek wordt gestart.
1
Druk op CALL, selecteer [DIAL NUMBER]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
2
Verdraai de regelknop om het
telefoonnummer in te voeren en
selecteer als laatste [ ] (spatie). Druk
vervolgens op ENTER
*
.
Het telefoongesprek wordt gestart.
* Druk op SEEK +/– om de digitale aanduiding te
verplaatsen.
Opmerking
In het display wordt [_] weergegeven in plaats van [#].
1
Druk op CALL, selecteer [REDIAL] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
Het telefoongesprek wordt gestart.
1
Druk op SOURCE, selecteer [BT PHONE]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
2
Druk op een cijfertoets (1 tot 6) om de
contactpersoon te selecteren die u wilt
bellen.
3
Druk op ENTER.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Telefoonnummers voorprogrammeren
U kunt maximaal 6 contacten opslaan onder de
voorkeuzetoetsen.
1
Selecteer in het telefoonboek of in de
gesprekkenhistorie een telefoonnummer dat u wilt
opslaan onder de voorkeuzetoetsen. U kunt ook
rechtstreeks een telefoonnummer invoeren.
Het telefoonnummer wordt weergegeven op het
display van dit apparaat.
2
Houd een cijfertoets (1 tot 6) ingedrukt tot [MEM]
wordt weergegeven.
Het contact is opgeslagen onder het geselecteerde
voorkeuzenummer.
U kunt een persoon bellen door de spraak-tag uit te
spreken die opgeslagen is in een verbonden
mobiele telefoon die uitgerust is met een functie
voor spraakgestuurd kiezen.
1
Druk op CALL, selecteer [VOICE DIAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
U kunt ook VOICE ingedrukt houden terwijl de
functie "SongPal" uitgeschakeld is.
2
Zeg de spraak-tag die op de mobiele
telefoon is opgeslagen.
Uw stem wordt herkend en het nummer wordt
gebeld.
Spraakgestuurd kiezen annuleren
Druk op VOICE.
Beschikbare bedieningen
tijdens een gesprek
Het volume van de beltoon aanpassen
Verdraai de regelknop terwijl u een gesprek
ontvangt.
Het volume van de stem van de spreker
aanpassen
Verdraai de regelknop tijdens een gesprek.
Het volume aanpassen voor de andere
persoon (aanpassing van de
microfoonversterking)
Druk op MIC.
Regelbaar volumeniveau: [MIC-LOW], [MIC-MID],
[MIC-HI].
Echo en ruis verminderen (echo-
onderdrukking/ruisonderdrukking)
Houd MIC ingedrukt.
Instelbare standen: [EC/NC-1], [EC/NC-2].
Vanuit de gesprekkenhistorie
Door een nummer in te toetsen
Door een nummer opnieuw te vormen
Met een voorkeuzenummer
Via spraak-tags