19
NL
Algemene instellingen
(GENERAL)
CLOCK ADJ
(klok aanpassen) (pagina 7)
CHARGE
Hiermee kunt u de stroomcapaciteit (A) van de
USB-poort omschakelen: [HIGH], [STD].
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
CAUT ALARM
(waarschuwingstoon)
De waarschuwingstoon inschakelen: [ON], [OFF]
(pagina 6).
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
BEEP
De pieptoon inschakelen: [ON], [OFF].
AUTO OFF
Automatisch uitschakelen na de gewenste tijd
wanneer het apparaat is uitgeschakeld: [NO],
[30S] (30 seconden), [30M] (30 minuten), [60M]
(60 minuten).
STEERING
Registreert/reset de instelling van de
stuurafstandsbediening.
(Beschikbaar wanneer verbonden met behulp
van de verbindingskabel (niet bijgeleverd).)
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
STR CONTROL
(stuurbediening)
Hiermee kunt u de invoerstand selecteren voor
de aangesloten afstandsbediening. Om
storingen te voorkomen, moet u voor u het
gebruik start de invoerstand afstemmen op de
aangesloten afstandsbediening.
USER
Invoerstand voor de stuurafstandsbediening
(wordt automatisch geselecteerd wanneer
[STR EDIT] voltooid is of [STR RESET]
uitgevoerd wordt)
EXTERNAL
Invoerstand voor de bekabelde
afstandsbediening, exclusief de
stuurafstandsbediening
STR EDIT
(stuurbewerking)
Registreert de functies (SOURCE, ATT, VOL +/–,
SEEK +/–, VOICE, CALL) in de
stuurafstandsbediening:
Verdraai de regelknop om de functie te
selecteren die u aan de
stuurafstandsbediening wilt toewijzen, en
druk er vervolgens op.
Terwijl [REGISTER] knippert, houdt u de knop
op de stuurafstandsbediening ingedrukt
waaraan u de functie wilt toewijzen. Als de
registratie voltooid is, verschijnt
[REGISTERED].
Om andere functies te registreren, herhaalt u
de stappen
en
.
STR RESET
(stuurherstel)
Voert een reset uit van de instelling van de
stuurafstandsbediening: [YES], [NO].
Opmerkingen
Terwijl u instellingen uitvoert, kan het apparaat
alleen met de toetsen worden bediend. Om
veiligheidsredenen dient u uw wagen te parkeren
voor u deze instelling uitvoert.
Als er zich tijdens de registratie een fout voordoet,
blijft alle eerder geregistreerde informatie
behouden. Start de registratie opnieuw vanaf de
functie waar de fout zich heeft voorgedaan.
Deze functie is op sommige wagens mogelijk niet
beschikbaar. Ga naar de ondersteuningssite op
het achterblad voor meer informatie over de
compatibiliteit van uw wagen.
AUX AUDIO
Het AUX-bronscherm inschakelen: [ON], [OFF].
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.) (Niet beschikbaar wanneer de "SongPal"-
verbinding tot stand gebracht is.)
CT
(kloktijd)
De CT-functie inschakelen: [ON], [OFF].
REGIONAL
De ontvangst beperken tot een specifieke regio:
[ON], [OFF]. (Alleen beschikbaar wanneer FM
ontvangen wordt.)
BTM
(Alleen beschikbaar wanneer de tuner
geselecteerd is.)
FIRMWARE
Controleert/actualiseert de firmwareversie.
Meer informatie vindt u op de volgende
ondersteuningssite:
http://support.sony-europe.com/
FW VERSION
(firmwareversie)
Toont de actuele firmwareversie.
FW UPDATE
(firmware-update)
Start het update-proces voor de firmware: [YES],
[NO].
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)