5 Bedienen van de ventilator
1.
Steek de stekker in het stopcontact en controleer of het lampje brandt zoals hieronder is
aangegeven.
2.
Druk op de knop
"ON/SPEED"
(AAN/SNELHEID), om de snelheid van de ventilator in te stellen
(laag, middel, hoog). De lampjes bij de bedieningsknoppen gaan branden.
3.
Druk op de knop
"WIND"
om de ventilator-modus te selecteren. Het bijpassende lampje gaat
branden.
"Normal":
De sterkte is gebaseerd op lage/middelhoge/hoge snelheid.
"Natural"
(natuurlijk): Imiteert natuurlijke wind, gebaseerd op een hoge of lage snelheid.
"Sleeping"
(slaapmodus): In het eerste half uur een sterk en zacht, natuurlijk briesje, daarna een
middelhoog, natuurlijk briesje. In het tweede half uur tot het einde van de vooraf ingestelde tijd
zorgt de ventilator voor een zacht, natuurlijk briesje.
4.
Druk op
"SWING"
(DRAAIEN) om de blaasrichting te veranderen. Het bijpassende lampje gaat
branden. Druk opnieuw op de knop om het draaien te stoppen.
5.
Druk op de knop
"MIST".
Het lampje brandt en de vochtige nevel verlaat het apparaat aan de
voorkant. De knop "MIST" (NEVEL) kan apart worden ingedrukt, of tegelijk met de ventilatorfunctie,
voor een koele luchtstroom. Wordt de nevelfunctie apart gebruikt, dan wordt de luchtvochtigheid
verhoogd.
6.
Druk op de knop
"TIMER"
voor een looptijd van 1-9 uur en om de ventilator na een bepaalde tijd
uit te zetten. Voor het instellen van 1 uur drukt u een keer op de knop, voor 9 uur drukt u 9 keer op
de knop.
7.
Druk op de knop
"ION"
. Het lampje gaat branden, de negatieve ionen, die door de ioniseerfunctie
worden opgewekt, komen vrij, worden in de kamer verdeeld en zorgen ervoor dat stof, pollen,
schimmelsporen, schilfers, etc. samenkomen en uit de lucht gefilterd. De knop "ION" kan apart
ingedrukt worden of samen met de ventilatorfunctie werken.
Opmerking
: Nadat de ionenfunctie een tijd heeft gewerkt, kan er wat vuil rond de opening van de
