≥
6.1- Open het geheugen van de ontvanger vanuit de
individuele bedieningszender:
- Druk
ongeveer 3 seconden
op de toets
PROG
van de
individuele bedieningszender. De motor draait 0,5 seconde
in een richting en vervolgens in de andere richting.
Programmeren van een andere zender (individueel, groep of hoofdzender)
6
4/5
1- Positioneer de motor in de
onderste
(reeds ingestelde
eindpositie
.
2- Druk de knoppen
"OP" en "NEER"
gedurende
5 sec
.
tegelijkertijd in. De motor zal in beide richtingen een
halve seconde draaien.
3- Beweeg de motor naar de gewenste nieuwe positie
met de "OP" en "NEER" knoppen.
4- Bevestig de nieuwe positie door
2 sec. op "STOP"
te drukken.
De motor zal in beide richtingen een halve seconde
draaien.
8.2- Her- instellen van de NEER eindafstelling:
1- Positioneer de motor in de
bovenste
(reeds ingestelde)
eindpositie.
2- Druk de knoppen
"OP" en "NEER"
gedurende
5 sec
.
tegelijkertijd in. De motor zal in beide richtingen een
halve seconde draaien.
3- Beweeg de motor naar de gewenste nieuwe positie met
de "OP" en "NEER" knoppen.
4- Bevestig de nieuwe positie door
2 sec. op "STOP"
te
drukken.
De motor zal in beide richtingen een halve seconde
draaien.
8.1- Her- instellen van de OP eindafstelling:
Her- instellen van de eindeloopposities
8
<
6.2- Valideer de operatie vanuit de andere te programmeren
zender:
- Druk ongeveer
1 seconde
op de toets
PROG
van de
nieuwe zender. De motor draait een seconde in een richting
en vervolgens in de andere richting.
Programmeren, oproepen en verwijderen van de tussenpositie
7
Programmeren:
- De motor op de gewenste positie
instellen.
- Druk
5 sec. op de toets "Stop"
knop.
De motor draait 0,5 sec. in een richting
en vervolgens in de andere richting.
Tussenpositie verwijderen:
Stuur het gemotoriseerde system naar de ingestelde tussenpositie. Druk op de "Stop"
toets tenminste 5 seconden, de tussenpositie is nu verwijderd.
Naar de tussenpositie:
- Druk
0,5 sec
. op de toets
"Stop"
knop. De motor
loopt naar de ingestelde
tussenpositie.
- Voor een gegroepeerde bediening met de andere zender: voer de operaties
6.1 en 6.2 uit voor iedere ontvanger van de betreffende groep.
- Voor een algemene bediening met de andere zender: voer de operaties
6.1 en 6.2 uit voor iedere ontvanger van de installatie.
- Om een zender uit het geheugen van een ontvanger te wissen, volg procedure
6.1 met een geprogrammeerde zender, volg daarna procedure
6.2 met de zender die gewist moet worden.
NL