NL
│
BE
│
83
■
SLE 200 A1
Programma’s selecteren
Het apparaat heeft 2 programma’s:
▯
ONTVOCHTIGING (
)
▯
VENTILATIEFUNCTIE (
)
♦
Druk herhaaldelijk op de toets
t
om het gewenste programma in te
stellen. Het ingestelde programma knippert ca. 5 seconden en wordt
daarna continu op het display
w
weergegeven.
ONTVOCHTIGING
Met dit programma kunt u de gewenste relatieve luchtvochtigheid zelf instellen.
♦
Druk herhaaldelijk op de toets
r
om de gewenste relatieve luchtvoch-
tigheid in stappen van 5% in te stellen tussen 30% en 80%. De ingestelde
waarde knippert ca. 5 seconden lang op het display
w
. Daarna wordt
weer het programma (
) weergegeven.
Verder kunt u de instelling
selecteren wanneer u een relatieve luchtvochtig-
heid van minder dan 30% wilt bereiken. Met deze instelling kunt u een zeer
lage relatieve luchtvochtigheid bereiken, omdat er een continue ontvochtiging
plaatsvindt.
♦
Druk zo vaak op de toets
r
, tot op het display
w
wordt weergegeven.
OPMERKING
►
Houd er rekening mee dat bij de waarden voor relatieve luchtvochtigheid
een tolerantie van ca. ± 3% moet worden aangehouden en dat de uit-
of inschakeling van het apparaat resp. de ontvochtiging iets vertraagd
plaatsvindt.
►
De minimale luchtvochtigheid die bij continue ontvochtiging (
) kan
worden bereikt, hangt af van een aantal factoren, zoals de grootte van
de ruimte, de omgevingstemperatuur, enz. Daarom is het niet mogelijk een
algemeen geldende minimumwaarde te noemen.
VENTILATIEFUNCTIE
Bij dit programma vindt geen ontvochtiging plaats. De lucht in de ruimte wordt
de luchtinlaatopening
3
ingezogen, door het filter
5
geleid en via de luchtuit-
laatopening
7
weer de ruimte in gebracht.
Selecteer dit programma wanneer u de lucht in de kamer wel wilt laten circuleren
maar niet wilt ontvochtigen.
Summary of Contents for 367016 2010
Page 3: ...A B C ...