SilverCrest SHSD 2600 A1
86 - Nederlands
het volumedisplay (2) knipperen. Tegelijkertijd gaan de knoppen Watertemperatuur (5)
en Watervolume (4) branden.
Op het apparaat worden de laatste watertemperatuur- (1) en het laatste
watervolume-instellingen (2) opgeslagen.
Als u, nadat u het apparaat hebt ontgrendeld, 15 seconden lang niet op
een knop drukt, wordt het apparaat weer vergrendeld.
4. Druk, indien nodig, herhaaldelijk op de knop Watertemperatuur (5) om de gewenste
watertemperatuur te selecteren.
5. Druk, indien nodig, herhaaldelijk op de knop Watervolume (4) om het gewenste
watervolume te selecteren.
WAARSCHUWING
Selecteer geen watervolume dat groter is dan de capaciteit van de
gebruikte houder, anders kan het hete water overstromen en
brandwonden of schade aan eigendommen veroorzaken. Als u niet
zeker bent van de capaciteit, controleert u eerst de capaciteit van
de houder met een maatbeker.
6. Druk op de knop Start (3) om het ingestelde volume heet water te produceren.
Druk op de knop Start (3) om het vulproces voortijdig te annuleren.
7. De houder die op het houderfilter (13) wordt geplaatst, wordt gevuld met water. Zodra
het proces is voltooid, klinkt er een reeks pieptonen en knipperen de displays (1) en
(2). Wanneer de ontgrendelknop (6) de enige knop is die nog brandt, kunt u de
houder van het houderfilter (13) halen.
GEVAAR: Kans op brandwonden
Verwijder de houder niet terwijl het water wordt verhit en de houder wordt
gevuld. Wacht altijd tot het vulproces is voltooid (er kunnen nog druppels heet
water uit de heetwaterdispenser komen, zelfs nadat de piep heeft geklonken).
Ontkalk de heetwaterdispenser een keer per maand. Zie 'De
heetwaterdispenser ontkalken' op pagina 87 voor meer informatie.
7.3 De opvangplaat legen
Als er water op de opvangplaat (12) terecht is gekomen, laat u dit als volgt weglopen:
1. Trek de opvangplaat (12) en het houderfilter (13) voorzichtig naar voren, weg van het
apparaat.
2. Giet de inhoud van de opvangplaat (12) weg.
3. Zie 'De opvangplaat monteren' op pagina 82 voor meer informatie over het terugplaatsen van
de opvangplaat (12).