• 48 •
5.
Sluit, bij een voertuig dat via de plus (+)
geaard is, de NEGATIEVE (ZWARTE)
klem van de booster op de NEGATIEVE
(NEG, N, -), niet geaarde aansluiting
van de accu aan. Sluit de POSITIEVE
(RODE) klem op het chassis of het
motorblok van het voertuig aan en houd
deze uit de buurt van de accu.
6.
Als de kabels goed zijn aangesloten druk
dan op de
knop. Als het display
BOOSTER KLAAR
weer geeft, is het
apparaat klaar voor gebruik.
WAARSCHUWING! RISICO OP EXPLOSIE.
Indien de kabels verkeerd aangesloten zijn,
ompoling, klinkt er een waarschuwingstoon
en het display geeft
OPGELET -
POLARITEITINVERSIE
weer. Druk op de
knop om het apparaat uit te schakelen.
Verwissel de kabels en druk weer op
de
knop om de starthulp terug in te
schakelen.
7.
Start de motor. Als de motor niet start
na 5-8 seconden, stop het starten
en wacht minstens 1 minuut tussen
de startpogingen. Het display geeft
BATTERIJ KOELT AF - xx SEC
weer.
Wanneer er
BOOSTER KLAAR
op het
display verschijnt, is het apparaat weer
klaar om te starten.
8.
Nadat de motor gestart is, druk op
de
knop om de starthulp uit te
schakelen. Verwijder de zwarte (-) klem
en daarna de rode (+) klem.
9.
Herlaadt het apparaat zo snel mogelijk
na elk gebruik.
8.2 EEN ACCU MET LAGE SPANNING
STARTEN.
Als de accuspanning van het voertuig
zo laag is dat de jumpstarter niet kan
vaststellen of de klemmen zijn aangesloten,
dan is er een handmatige startprocedure
om de jumpstartfunctie in te schakelen.
1. Controleer of de klemmen op de
juiste wijze zijn aangesloten.
2.
Houd de knop
gedurende 5
seconden ingedrukt. Als het scherm
BOOSTER KLAAR
weergeeft, is de
jumpstarter klaar voor gebruik.
WAARSCHUWING!
Hierbij wordt een
veiligheidsfunctie tijdelijk uitgeschakeld.
Er komt spanning op de klemmen te
staan, die vonken afgeven als ze elkaar
raken. Als de klemmen verkeerd om zijn
aangesloten, kan er schade ontstaan aan
het apparaat, de accu en eventueel de
elektrische installatie van het voertuig.
8.3 EEN 12V APPARAAT VAN STROOM
VOORZIEN (TOT 6A)
De Fuel Pack is een stroombron voor alle
12v toepassingen die voorzien zijn van een
12v plug.
OPMERKING:
Indien u 12v apparaten
(lamp, USB uitgang, memory saver)
gebruikt tijdens het laden van de interne
accu zal de oplaadtijd verlengt worden.
Als het verbruik meer is dan 1A, zal de
interne accu ontladen worden.
1.
Zorg ervoor dat de 12v toepassing
UIT staat vooraleer de 12v plug in
de 12v socket van de SL1S wordt
aangesloten.
2.
Steek de 12v plug in de 12v uitgang
van de SL1S.
3.
Steek de plug van de 12v toepassing
in de 12v socket van de SL1S en zet
de 12v toepassing AAN (indien nodig).
4.
Druk tweemaal op de
knop.
5.
Om te stoppen zet u de 12v toepassing
UIT (indien nodig) en koppelt u de 12v
toepassing af. Druk op een willekeurige
knop om het display aan te zetten.
Druk vervolgens op de
knop om de
12v functie uit te zetten.
6.
Herlaadt het apparaat meteen na het
afkoppelen van de 12v toepassing.
8.4 USB UITGANG GEBRUIKEN
De USB uitgang levert 2A bij 5V.
1.
Druk op de
knop.
2.
Steek het USB einde van de USB/
Micro USB kabel in de USB uitgang
van het apparaat.
3.
Steek de het andere einde, Micro USB,
van de kabel in uw toepassing. Zet de
toepassing aan indien nodig.
OPMERKING:
Voor het opladen van
Apple-apparaten dient u de oplaadkabel
te gebruiken die met dat apparaat is
meegeleverd.
4.
Om te stoppen zet de toepassing uit
(indien nodig). Druk op een willekeurige
knop om het display aan te zetten.
Druk vervolgens tweemaal op de
knop om de USB uitgang uit te schakelen.
5.
Herlaadt het apparaat.
OPMERKING:
de USB uitgang schakelt
zichzelf uit wanneer deze 10 min. niet
wordt gebruikt.
8.5 GEBRUIKEN VAN DE LED LAMP
1.
Druk op de
knop:
•
Eenmaal –
lamp brandt constant
•
Tweemaal –
lamp knippert
2.
Om de lamp uit schakelen druk op
knop.
8.6 GEBRUIKEN ALS MEMORY SAVER
(niet meegeleverd)
Het apparaat kan worden gebruikt als
een memory saver om data (instellingen
van radio, boordcomputer, alarm,…)
te bewaren tijdens een accuwissel.
Sluit je memory saver adapter op
de 12V DC accessoire-ingang adapter.