![Scientific 491-120080 Operating And Safety Instructions Manual Download Page 14](http://html1.mh-extra.com/html/scientific/491-120080/491-120080_operating-and-safety-instructions-manual_1217316014.webp)
14 |
Bedieningsinstructies – Wetenschappelijke rekenmachine
In de REG-modus:
Let op: Elke keer dat u op
(DT) drukt om een
invoer te registreren, wordt de hoeveelheid
ingevoerde data weergegeven als de
n
waarde.
Regressiecoëfficiënt A = 997,4
Regressiecoëfficiënt B = 0,56
Correlatiecoëfficiënt -0,982607368
Luchtdruk bij -5°C = 994,6
Temperatuur bij 1000hPa = 4,642857143
Mate van zekerheid = 0,965517241
Covariantiesteekproef = 35.
–
Logaritmische, exponentiële en inverse
regressie en inversie met wiskundige
macht.
Om de resultaten voor deze typen
regressie weer te geven, gebruikt u dezelfde
toetsencombinatie als voor lineaire regressie. De
regressieformules zijn:
Logaritmische regressie
y
= A + B·ln
x
Exponentiële regressie
y
= A·eB
x
(of ln
y
= ln A + B
x
)
Wiskundige macht
regressie
y
= A·
x
B
(of ln
y
= ln A + Bln
x
)
Inverse regressie
y
= A + B·1/
x
–
Kwadratische regressie.
De formule voor
kwadratische regressie is
y
= A + B
x
+ C
x
2
.
Voorbeeld:
Voer deze kwadratische regressie uit om de termen
van de regresssieformule voor de getoonde data te
bepalen. Gebruik vervolgens de regressieformule
om de waarden te schatten van (geschatte
waarde van
y)
voor
x
i = 16 en (geschatte waarde
van
x
) voor
y
i = 20.
x
i
y
i
29
1,6
50
23,5
74
38,0
103
46,4
118
48,0
In de REG-modus:
(Quad)
Regressiecoëfficiënt A = 35,59856934
Regressiecoëfficiënt B = 1,495939413
Regressiecoëfficiënt C = -6,71629667 × 10
-3
Als
x
i is 16, = -13,38291067
Als
x
i is 16, = -13,38291067
16
Als
y
i is 20,
1
= 47,14556728
20
Als
y
i is 20,
2
= 175,5872106
20
–
Aandachtspunten bij het invoeren van
data.
Door het indrukken van
(DT)
(DT) wordt dezelfde datawaarde twee maal
ingevoerd. Ook bij
( ; ) wordt dezelfde
datawaarde twee maal ingevoerd.
Voorbeeld:
Om de data "20 en 30" vijf keer in te
voeren: gebruik de volgende toetsencombinatie:
( ; )
(DT)
Bovenstaande kan in elke willekeurige volgorde
worden uitgevoerd. De aandachtspunten
voor het bewerken van data-invoer voor
standaardafwijking zijn ook van toepassing op de
regressieberekeningen. Sla datavariabelen A tot F,
M, X of Y, die worden ingevoerd bij het uitvoeren van
statistische berekeningen niet op. Deze variabelen
worden gebruikt voor het tijdelijk geheugen bij
statistische berekeningen; dit betekent dat data die
zijn toegekend aan deze variabelen overschreven
kunnen worden door andere data tijdens het
uitvoeren van statistische berekeningen. Door over
te schakelen naar REG-modus en een type regressie
(Lin, Log, Exp, Pwr, Inv, Quad) te selecteren, worden
de variabelen A tot F, M, X en Y gewist. Dit gebeurt
ook als u binnen de REG-modus van het ene type
regressie naar het andere overschakelt.
TECHNISCHE INFORMATIE
–
Volgorde van bewerkingen.
Rekenkundige
bewerkingen worden uitgevoerd in de
onderstaande volgorde:
1
Omrekenen coördinaten: Pol(
x,y
), Rec(
r
,
θ
).
2
Type A functies. Voor deze functies wordt de
functietoets ingedrukt als de waarde is ingevoerd.
,
3
,
2
,
-1
, !,
,
1
,
2
,
Omrekenen van hoekeenheid (
).
3
Wiskundige macht en wortel: (x
y
), ^(x
y
),
4
5
Verkort vermenigvuldigingstype voor
π
, e
(basis van het handmatig logaritme), geheugen-
symbool of variabelesymbool: 2
π
, 3e, 5A,
π
A, etc.
6
Type B functies. Voor deze functies wordt de
waarde ingeoverd als de functietoets wordt
ingedrukt. Functietoetsen zijn: , , log, ln, ex,
10
x
, sin, cos, tan, sin
-1
, cos
-1
, tan
-1
, sinh, cosh, tanh,
sinh
-1
, cosh
-1
, tanh
-1
en (–).
7
Verkort vermenigvuldigingstype voor Type B
functies: 2 3 Alog 2, etc.
8
Permutaties en combinaties:
n
Pr,
n
Cr.
9
×, ÷
10
+, –
Bewerkingen van gelijke prioriteit worden van
rechts naar links uitgevoerd:
e
x
ln 120
e
x
{ln( 120)}.
Andere bewerkingen worden van links naar rechts
uitgevoerd. Bewerkingen tussen haakjes worden
eerst uitgevoerd. Als een argument binnen een
berekening een negatief getal is, moet dat getal
tussen haakjes geplaatst worden. Omdat het
minteken (–) wordt beschouwd als een Type B
functie is het belangrijk om goed op te letten
bij het gebruik van negatieve getallen in Type A
functies met hoge prioriteit, wiskundige machten
of wortelbewerkingen.
Voorbeeld:
(–2)
4
= 16
–2
4
= –16
–
Stapelgeheugens.
Deze rekenmachine
gebruikt geheugengebieden (stapelgeheugens)
om waarden (numerieke stapels) en commando's
(commandostapels) tijdens de berekening
tijdelijk en ongeacht hun prioriteit op te slaan.
De numerieke stapel heeft 10 niveaus, de
commandostapel heeft er 24. Als u een berekening
probeert te maken, die zo gecompliceerd is dat
hij de capaciteit van een van deze twee stapels
overschrijdt, treedt er een ERROR stapel op.