www.scheppach.com /
+(49)-08223-4002-99 /
+(49)-08223-4002-58
70 | NL
• Laat het apparaat niet zonder toezicht als deze op
een stopcontact is aangesloten, schakel het ap
-
paraat uit en haal de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat achter laat.
•
Dit product is geen speelgoed. Buiten het bereik
van kinderen bewaren.
• Enig stof, dat tijdens het slijpen, zagen, schuren,
boren en andere werkzaamheden ontstaan, be
-
vatten chemicaliën, waarvan bekend is dat deze
kanker, geboorteafwijkingen of andere voortplan
-
tingsrisico’s kan veroorzaken. Enige voorbeelden
van deze chemicaliën zijn:
– Lood uit ijzermenie
–
Kristallijn kiezelzuur van tegels en cement of
andere metselwerken
– Arseen en chroom uit chemisch behandeld hout
– Afhankelijk van hoe u deze werkzaamheden
verricht, varieert het risico. Om uw blootstelling
aan deze chemicaliën te beperken: Werk uit-
sluitend in goed geventileerde ruimtes en werk
met de toegestane veiligheidsvoorzieningen,
zoals bijv. stofmaskers, die speciaal ontwikkeld
zijn om microscopisch kleine deeltjes weg te
filteren.
• Personen met pacemakers moeten voor gebruik
eerst een arts raadplegen. Elektromagnetische
velden nabij de pacemaker kunnen storingen in de
pacemaker veroorzaken of zorgen dat de pacema
-
ker uitvalt. Bovendien moeten personen met een
pacemaker:
– Vermijden om alleen te werken.
– Niet gebruiken bij een ingeschakelde netscha
-
kelaar.
– Juist onderhoud en inspecties om een elektri
-
sche schok te vermijden.
• De in deze gebruikershandleiding beschreven
waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en aan
-
wijzingen kunnen niet alle mogelijke voorwaarden
en situaties afdekken. De gebruiker moet begrij
-
pen dat een gezond verstand en voorzichtigheid
factoren zijn die niet in dit product kunnen worden
ingebouwd, maar door de gebruiker moeten wor
-
den geleverd.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor het
gebruik van een opspanplaat
• Controleer of de opspanplaat de juiste grootte
heeft om het werkstuk te ondersteunen.
• Controleer of het werkstuk goed op de opspanplaat
is bevestigd.
• Snij het werkstuk vóór montage op een opspan
-
plaat zo goed mogelijk in de definitieve vorm.
• Voor het draaien van de opspanplaat mag uitslui
-
tend een schraapbeitel worden gebruikt. Snijbeitels
kunnen makkelijk uit de handen worden gerukt.
• Let op dat de draaibankbeitel de stelschroeven
voor de definitieve maten van het werkstuk niet
kunnen raken.
• Controleer alle werkstukken op scheuren of tak
-
ken. Lijmverbindingen moeten voor het keren vol
-
ledig zijn uitgehard.
• Controleer of het werkstuk goed vergrendeld is en
alle opzetstukken zijn geborgd.
• Voor het inschakelen van de machine moet u waar
-
borgen dat het werkstuk door het handmatig draai
-
en vrij kan draaien.
•
Houd uw handen en vingers buiten het bereik van
het roterende werkstuk.
• Schakel de machine uit en wacht tot deze tot stil
-
stand is gekomen, voordat u instellingen aan het
werkstuk, de losse kop of de werkstukoplage uit
-
voert.
• Onderhoud, instelling, kalibratie en reiniging mo
-
gen uitsluitend worden uitgevoerd als de motor is
uitgeschakeld.
• De machine is uitsluitend bestemd voor het ge
-
bruik met draaibankbeitels.
•
Bewaar de draaibankbeitel altijd veilig op, voordat
u uw werkplek verlaat.
• Gebruik de draaimachine niet zonder afdekkingen
en veiligheidsvoorzieningen.
• Snijgereedschap scherp houden.
• Gebruik de laagste snelheid als u een nieuw werk
-
stuk wilt starten.
• Stop de draaimachine altijd met de langzaamste
snelheid. Als de machine zo snel draait, dat de
-
ze trilt, bestaat het gevaar dat het werkstuk wordt
weggeslingerd of dat het snijgereedschap uit de
handen wordt gerukt.
• Laat het snijgereedschap niet in het werkstuk vast
-
klemmen. Het hout kan hierdoor splijten of van de
draaibank worden weggeslingerd.
• Positioneer de werkstukoplage altijd boven de mid
-
denlijn van de draaimachine, als u een werkstuk
vormt.
• Voordat u een werkstuk op de frontplaat wilt beves
-
tigen, moet deze altijd zo grof mogelijk zijn uitge
-
werkt, om deze zo rond mogelijk te maken. Hier-
door worden de trillingen tijdens het draaien van
het werkstuk tot een minimum beperkt. Bevestig
het werkstuk altijd goed op de frontplaat. Anders
kan het werkstuk door de draaimachine worden
weggeslingerd.
• Gebruik een borstel of perslucht om houtspaan
-
ders te verwijderd; nooit uw handen. De spaanders
kunnen scherp zijn.
•
Het snijgereedschap moet altijd goed in de werk-
tuighouder of in de spanvoering zijn geplaatst en
dusdanig zijn ingesteld dat het uitsteken wordt be
-
perkt. Dit reduceert de mogelijkheid dat het ge
-
reedschap breekt of wordt verbogen.
• Tijdens het gebruik mag er niet over de draaima
-
chine worden gelopen.
•
Werkstuk uitsluitend tegen de draairichting in, in
het snijgereedschap brengen. Het werkstuk moet
naar u toe draaien.