www.scheppach.com /
+(49)-08223-4002-99 /
+(49)-08223-4002-58
NL | 69
19
Blijf steeds alert
– Ga voorzichtig te werk. Gebruik uw gezond ver
-
stand tijdens de werkzaamheden. Gebruik de
machine niet wanneer u niet geconcentreerd
bent.
20 Controleer uw toestel op beschadigingen
– Voordat u het gereedschap verder gebruikt
dient u de veiligheidsinrichtingen of licht be
-
schadigde onderdelen zorgvuldig op hun be
-
hoorlijke en reglementaire werkwijze te con
-
troleren.
– Controleer of de bewegelijke onderdelen naar
behoren functioneren en niet klem zitten alsook
of onderdelen beschadigd zijn. Alle onderdelen
moeten naar behoren gemonteerd zijn om de
veiligheid van de machine te verzekeren.
– De bewegende beschermkap mag niet in ge
-
opende stand worden vastgeklemd.
–
Beschadigde veiligheidsinrichtingen en on-
derdelen dienen deskundig door een erkende
vakwerkplaats te worden hersteld of vervangen
tenzij in de handleidingen anders vermeld.
–
Beschadigde schakelaars dienen door een
klantendienst-werkplaats te worden vervangen.
– Gebruik geen defecte of beschadigde aansl
-
uitkabels.
– Gebruik geen gereedschappen waarvan de
schakelaar niet kan worden in- of uitgescha-
keld.
21 Let op!
–
Bij gebruik van andere inzetstukken en andere
accessoires bestaat gevaar voor persoonlijk
letsel.
22 Laat de machine repareren door een erkend
elektricien
– Dit elektrisch gereedschap beantwoordt aan de
desbetreffende veiligheidsbepalingen. Herstel-
lingen mogen enkel door een elektrovakman
worden verricht, anders kunnen zich ongeluk
-
ken voor de gebruiker voordoen.
Waarschuwing! Dit elektrisch apparaat genereert
een elektromagnetisch veld als het is ingeschakeld.
Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden interfe
-
reren met actieve of passieve medische implantaten.
Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te beper
-
ken, raden we personen met medische implantaten
aan om hun arts en de fabrikant van het medische
implantaat te raadplegen voordat de machine wordt
gebruikt.
Veiligheidsvoorschriften voor de draaibank
•
Het apparaat mag daarom alleen worden aange-
sloten op een geaard stopcontact.
•
Zorg dat u bekend bent met de eigenschappen van
de machine en de draaibank voordat u de machine
in gebruik neemt.
12
Beveilig het werkstuk
– Gebruik spaninrichtingen of een bankschroef
teneinde het werkstuk vast te zetten. Het wordt
zodoende veiliger vastgehouden dan met uw
hand en maakt het mogelijk de machine met
de beide handen te bedienen.
– Voor lange werkstukken is extra ondersteuning
(tafel, blokken enz.) vereist om kantelen van de
machine te voorkomen.
– Druk het werkstuk stevig op het werkblad en
tegen de aanslag, om te voorkomen dat het
werkstuk gaat wiebelen of verschuiven.
13 Vermijd een onnatuurlijk lichaamshouding
–
Zorg er steeds voor dat u stevig en stabiel staat.
– Voorkom dat u uw handen in een onhandige
stand houdt waardoor een of beide handen het
zaagblad zouden kunnen raken bij een plotse
-
linge verschuiving.
14 Onderhoud uw gereedschap zorgvuldig
–
Hou uw gereedschappen scherp en schoon om
goed en veilig te werken.
– Neem de onderhoudsvoorschriften en de in
-
structies voor het verwisselen van gereed
-
schappen in acht.
– Controleer regelmatig de stekker en de kabel
en laat deze bij beschadiging door een erkende
vakman vervangen.
– Controleer de verlengkabel regelmatig en ver
-
vang beschadigde kabels.
–
Hou handgrepen droog en vrij van olie en vet.
15 Neem de stekker uit het stopcontact
– Verwijder nooit losse houtsplinters, houtkrullen
of vastzittende houtstukken als het zaagblad
draait.
– Als u de machine niet gebruikt, voordat u on
-
derhoud uitvoert of gereedschappen wisselt,
zoals zaagbladen, boren en frezen.
– Als het zaagblad tijdens het zagen wordt ge
-
blokkeerd door een grote toevoerkracht, scha
-
kelt u het apparaat uit en koppelt u deze los van
het netwerk. Verwijder het werkstuk en contro
-
leer of het zaagblad soepel loopt. Schakel het
apparaat in en voer de zaagsnede opnieuw uit
met gereduceerde toevoerkracht.
16 Laat geen gereedschapssleutels steken
– Controleer of de sleutels en afstelgereedschap
-
pen verwijderd zijn alvorens de zaag aan te
zetten.
17 Voorkom onbedoelde inschakeling
– Controleer of de schakelaar is uitgeschakeld
wanneer u de stekker in het stopcontact steekt.
18 Gebruik een verlengsnoer voor gebruik buitens
-
huis
– Gebruik buitenshuis uitsluitend verlengsnoeren
die hiervoor zijn goedgekeurd en die als zoda
-
nig zijn gelabeld.
– Gebruik de snoeren alleen als de trommel is
afgerold.