NL
130
9. ONDERHOUD
Voordat u de boxventilator opent, moet u zeker weten dat deze is losgekoppeld van de netspanning, nadat u deze eerst heeft
uitgeschakeld. Voorkom dat iemand anders de boxventilator kan aansluiten terwijl hieraan gewerkt wordt.
De ventilatoren moeten regelmatig geïnspecteerd worden. Deze inspecties moeten uitgevoerd worden met inachtneming van
de bedrijfsomstandigheden van de machine, zodat er geen vuil en stof op de ventilatorschoepen, waaier, motor of rooster op-
hoopt. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren en de levensduur van de boxventilator verkorten.
Bij het reinigen moet u ervoor zorgen dat de ventilatorschoepen of waaier niet uit balans gebracht worden.
Alle onderhoud- en reparatiewerkzaamheden moeten uitgevoerd worden met inachtneming van de huidige veiligheidsvoor-
schriften van elk land.
J3
J1
J2
Controleer of het gat van de omgevingsdrukslang schoon is. Ophoping van vuil zal de meting vervalsen en een abnormale
werking veroorzaken.
10. BUITENGEBRUIKSTELLING EN RECYCLAGE
De regelgeving van de EG en onze verplichtingen t.o.v. de komende generaties verplichten ons materialen te re-
cycleren. Wij verzoeken u dringend de verpakkingsresten in de overeenkomstige recyclagecontainer te deponeren.
Als uw apparaat ook van dit symbool is voorzien, wilt u het dan afvoeren bij een milieustraat, wanneer het niet meer
te maken is.
