S
AEY
F
ENIX
V
ITRO
v. 02 - 27062012
8
NEDERLANDS
Wat te doen bij schoorsteenbrand
Wij adviseren de volgende stappen te nemen bij schoorsteenbrand:
1.
Sluit de luchttoevoer af.
2.
Waarschuw de brandweer.
3.
Maak de toegang tot de reinigingsopeningen mogelijk (bv. kelder en zolder).
4.
Verwijder alle brandbare voorwerpen weg van de schoorsteen.
5.
Bij het opnieuw in gebruik nemen van de haard dient de schoorsteen en de haard te worden gecontroleerd door
uw vakman.
6.
Deze vakman dient tevens de oorzaak van de schoorsteenbrand na te gaan en deze te verhelpen.
TIP
Wanneer U eenmaal per dag gedurende 10 minuten de haard op zijn maximaal vermogen laat
werken, dan laat dit het verbranden van teerafzetting toe. Daarbij verkleint het risico op eventuele
schoorsteenbrand, en terzelfder tijd wordt de ruit properder gehouden.
Aansluiten van de haard op de schoorsteen
De haard kan direct op de schoorsteen worden aangesloten. Het is belangrijk dat de onderdelen luchtdicht worden
afgesloten. De diameter van de afvoerbuis moet overeenkomen met de diameter van het verbindingsstuk van de
haard.
In verband met de diameter van de afvoerbuis moet u ook met het volgende rekening houden:
De diameter van de afvoerbuis mag niet verkleind worden. Bovendien moet de afvoerbuis perfect op de
schoorsteen passen.
Is de trek van de schoorsteen te groot, dan moet een trekregelaar ingebouwd worden.
De schoorsteen mag geen valse lucht aanvoeren. Let op gesloten schoorsteenschuiven en reinigingsopeningen in
de kelder of op het dak!
De afvoerbuis moet veilig op het verbindingspijpstuk bevestigd zijn.
Verbrandingslucht
De nodige zuurstof wordt aangevoerd via de ruimte onder de vuurdeur.
Voor een optimale verbranding moet er voldoende verse lucht voorzien worden. Indien er onvoldoende luchttoevoer
is, dan kan dit resulteren in een onvolledige verbranding en de terugslag van rookgassen. Extra lucht kan aangevoerd
worden door vlakbij de haard een ventilatorrooster te plaatsen.
TIP
Houd rekening met andere haarden of luchtafvoerinstallaties in dezelfde ruimte of met dezelfde
verbrandingsluchtverbinding. Deze kunnen een storend effect hebben op de werking van de haard.
Indien er 15 minuten na het ontsteken nog steeds terugslag is van de rookgassen door de weersomstandigheden (bv.
mist, storm…) dient men het aansteken te stoppen tot er weersverbetering is.
OPGELET!
Er mag in geen geval lucht genomen worden in lokalen of kelders waar vluchtige of brandbare stoffen
aanwezig zijn.