
Toepassing
Uit elkaar/samenklappen
• Let erop dat er bij het open- en dichtklappen geen kledingsstukken of
lichaamsdelen gekneld raken. Door drukken van een van de beugels
van het achterwiel kunt u het onderstel uit elkaar klappen (afb. 3, punt 1).
Daarna drukt u de dwarsstut recht naar beneden (afb. 3, punt 2).
De vouwbeveiliging (afb. 3, punt 3) wordt automatisch vergrendeld,
wanneer zich de dwarsbalk in de correcte positie bevindt (afb. 4).
• Controleer voor het gebruik of de vouwbeveiliging stevig vastzit om te
verhinderen dat de rollator ongewenst samenklapt. Bij het samenklappen
van de rollator verwijdert u eerst het boodschappenmandje en het
oplegblad. Druk op de opklapbeveiliging naar boven (afb. 4, punt 1) en
trekt u de dwarsstut recht naar boven (afb. 4, punt 2).
Vastzethendel
• Met de vastzethendels kan de hoogte van de handgrepen individueel ingestelt worden.
• Door draaien tegen de richting van de wijzers van de klok in komt de handgreep los; de handgrepen
kunnen verder naar binnen of naar buiten geschoven worden (afb. 5, punt 1).
• Door draaien van de vastzethendels in de richting van de wijzers van de klok worden deze weer
vastgezet (afb. 5, punt 2).
• Daarna stelt u de vastzethendel zodanig in, dat de einden van de hendels naar beneden wijzen.
Om dit uit te voeren trekt u de vastzethendels naar buiten en draait u deze in de overeenkomstige
richting. Het vastzetten van de hendels wordt daardoor niet veranderd.
Rem (afb. 6)
De ingebouwde rem functioneert als bedrijfsrem voor het afremmen tijdens het gebruik. Terwijl de
rotator gestald wordt, kan de parkeerrem gebruikt worden.
1.
De snelheid wordt verminderd door de remhefboom naar boven aan te trekken (afb. 6, punt 2).
2.
De parkeerrem wordt door het omlaag duwen van de remhefboom geactiveerd totdathij
vastklikt (afb. 5, punt 1).
3.
De vergrendeling van de parkeerrem wordt teniet gedaan doordat de remhefboom naar boven
getrokken wordt.
4.
De rollator mag niet met aangetrokken bedrijfs- of parkeerrem verschoven worden. Wordt de rollator met een aange-
trokken bedrijfs- of parkeerrem verschoven, dan kunnen banden en remmen in zeer ruime mate verslijten en kan de
werking daarvan in negatieve zin beïnvloed worden.
5.
Controleer regelmatig de remfunctie. Wij adviseren een controle telkens voordat de rollator gebruikt wordt. De rollator
mag niet met beschadigde remmen of beschadigde wielen gebruikt worden.
Reminstelling (afb. 7)
Bij een afnemende remkracht door slijtage van de wielen kan het remblokje afgesteld worden. De
rem moet zodanig ingesteld worden, dat beide wielen gelijkmatig afremmen. De afstand tussen
remblok en wieloppervlak dient ca. 2 mm te bedragen. Na een vervanging van de wielen moet de
reminstelling eveneens nagekeken en, al naar behoefte, opnieuw afgesteld worden.
1.
Draai de contramoer los.
2.
Stel de remkracht in doordat u de kabelspanner naar binnen of naar buiten draait.
3.
Controleer de remfunctie doordat u de wielen draait en de remhefbomen bedient. De wielen dienen vrij te draaien, maar
bij het remmen onmiddellijk te stoppen. Bij een vastgezette rem mogen de wielen niet beginnen te bewegen.
4.
Draai de contramoer weer vast aan.
5.
Ingeval van onzekerheden adviseren wij, u voor de correcte instelling van de rem tot uw dealer te richten.
Oblegblad
Met de kleine voetjes onder het blad kan het in de gaten van de zitting bevestigd worden. Het blad
is uitsluitend bestemd voor het neerleggen van kleine voorwerpen. Geen hete, zware of scherpe
voorwerpen op het blad leggen.
Let op: Het blad niet als zitting gebruiken!
Boodschappenmandje
Het mandje biedt de mogelijkheid om uw boodschappen konfortabel te transporteren.
Let op:
Gebruik het mandje uitsluitend voor het transport van voorwerpen en doet u er niet teveel in (max. 10 kg)!
afb. 6
1
2
afb. 7
1
2
afb. 3
1
2
afb. 4
afb. 5
1
2
3
afb. 7