7
(0-6")
603-198
(0-150mm)
603-205
Het aflezen van de schaal
Versie met Engelse maten
Hoofdschaaldelen
= 6 x 0,1"
= 0,6"
Kleinere schaaldelen
= 1 x 0,025"
= 0,025"
Schaaldelen beugelhuls
= 15 x 0,001"
= 0,015"
Aflezing
= 0.640"
De huls is gemarkeerd met hoofdschaaldelen die 0,1"
vertegenwoordigen en secundaire schaaldelen die 0,025"
vertegenwoordigen. Het beugelhuis is verdeeld in vijfentwintig delen
rond het afgeschuinde oppervlak, waarbij elk schaaldeel 0,001"
vertegenwoordigt.
Opmerking:
De aangegeven aflezing is dat gedeelte van de huls dat
het beugelhuis laat zien.
Metrische versie
Hoofdschaaldelen
= 16 x 1mm
= 16,00mm
Kleinere schaaldelen
= 1 x 0,5mm
= 0,5mm
Schaaldelen beugelhuls
= 25 x 0,01mm = 0,25mm
Aflezing
= 16,75mm
De huls is gemarkeerd met hoofdschaaldelen die 1,0mm
vertegenwoordigen en met secundaire schaaldelen die 0,5mm
vertegenwoordigen. Het beugelhuis is verdeeld in vijftig delen rond het
afgeschuinde oppervlak, waarbij elk schaaldeel 0,01mm
vertegenwoordigt.
Opmerking: De aangegeven aflezing is dat gedeelte van de huls dat
het beugelhuis laat zien.
Meetmethode
1. Verwijder de kap over de beugelhuls en de vertande aanslag en
reinig de referentiezitting voordat u de meetstaaf aanbrengt. Let
erop dat de staaf correct is aangebracht en plaats de kap terug.
Draai deze niet te strak aan.
2. Reinig het staaf- en basisreferentieoppervlak en het te bemeten
werkstuk.
3. Controleer met de meetstandaard en de afstelprocedure de
nauwkeurigheid van de dieptemicrometer, zoals onderstaand
omschreven.
4. Houd de basis stevig op een glad en vlak oppervlak boven de te
meten gleuf of uitholling, en breng de staaf naar buiten totdat deze
de bodem van het gat raakt. Gebruik de vertande aanslag om
ervoor te zorgen dat een constante kracht en consistente aflezingen
verkregen worden.
5. Zet voordat u het instrument uit het werkstuk verwijdert, de
blokkeerklem vast. Lees de meting af en gebruik hierbij de
schaalafleesprocedure.
Opmerking:
Vergeet niet bij het doen van een meting met een
andere dan de 0-1"/0-25mm staaf, met de extra
staaflengte te rekenen. Bijvoorbeeld, als de 3-4"/75-
100mm staaf gebruikt wordt, dient u 3"/75mm aan de
aflezing op de bus en de beugelhuls van de
micrometerkop toe te voegen.
IJking en afstelling
RS dieptemicrometers dienen altijd voor gebruik op nauwkeurigheid te
worden gecontroleerd, door de volgende procedures te volgen:
1. Gebruik de 0-1"/0-25mm staaf en reinig de referentievlakken van de
basis en de staaf, en trek de staaf terug in de basis.
2. Houd de basis stevig tegen het referentievlak, met name de RS
vlakplaat, en breng de staaf naar buiten totdat deze het
referentievlak raakt. Pas met behulp van de vertande aanslag een
constante druk toe. Als de dieptemicrometer correct is afgesteld,
dient hij "0" af te lezen.
Opmerking:
U kunt andere staven op nauwkeurigheid testen, door
een geschikt meetblok op het referentievlak aan te
brengen, de basis van het instrument op het meetblok te
plaatsen en de staaf als bovenstaand naar buiten te
brengen.
3. Als er een afwijking te zien is, dus als de nul op de beugelhuls niet
overeenkomt met de indexlijn op de huls, is dit normaal gesproken
het gevolg van slijtage. Deze kan gecompenseerd worden door met
de meegeleverde sleutel, de gespleten moer op de staaf te
verdraaien.
4. Indien er buitensporige speling in de spil te merken is (veroorzaakt
door slijtage van de schroef van de micrometer), kunt u de
beugelhuls terugdraaien om de afstelmoer vrij te maken. Draai de
moer met de meegeleverde sleutel net voldoende aan, om de
speling op te heffen.
Aandacht en onderhoud
De RS dieptemicrometer is een precisie-instrument en behoeft slechts
weinig aandacht voor een lange en nauwkeurige levensduur.
1. Het instrument dient voor en na gebruik schoongemaakt te worden,
waarbij alle stof en olie verwijderd dienen te worden. Gebruik
pluisvrije reinigingsdoekjes of gaasjes. Gebruik nooit perslucht
aangezien dit vuil en gruis in de schroefdraad van de spil kan blazen.
2. Houd het instrument tijdens gebruik op een schoon oppervlak.
3. Berg na gebruik de dieptemicrometer altijd weer in de
beschermende doos op.
4. Trek de meetstaaf niet in of breng deze niet naar buiten, door de
basis rond de as van de meetstaaf te draaien.
5. Laat het instrument niet vallen, aangezien dit misaanpassing van de
het meetvlak van de staaf zal veroorzaken.
6. Breng regelmatig op de schroefdraad een weinig instrumentenolie
aan, zodat deze gemakkelijk kan blijven werken.
Opmerking:
De meegeleverde set meetstaven bij elke RS
dieptemicrometer is specifiek voor dat instrument geijkt.
Het overbrengen van meetstaven van andere sets zal
onnauwkeurige metingen tot gevolg hebben.
RS Components accepteert geen aansprakelijkheid met betrekking tot enige
verantwoordelijkheid of enig verlies (door welke oorzaak dan ook en al of niet te wijten
aan nalatigheid van de zijde van RS Components) die zou kunnen ontstaan in
verband met het gebruik van gegevens die in de technische documentatie van RS
Components zijn opgenomen.
25
20
30
25
20
0 9 8 7
15
RS
Voorraadnummer
NL
V7419