15
Für folgende Fälle sind die Tabellen-
werte abzumindern bzw. zu erhöhen:
Bei Fassadenabstand > 100 mm bis
300 mm muss der Tabellenwert um ein
Beaufort, bei Fassadenabstand > 300 mm
bis 500 mm um zwei Beaufort abgemin-
dert werden, darüber hinaus kann die
Tabelle nicht angewendet werden.
Bei Höhen von 2.400 mm bis 4.000 mm
und Seilführungen muss der Tabellenwert
um ein Beaufort, bei Höhen über
4.000 mm um zwei Beaufort abgemindert
werden.
Für Raffstoren wird die Verwendung von
Windgrenzwerten je nach Produktart
empfohlen. Werden die Grenzwerte
erreicht, muss die Anlage eingefahren
werden. Die Werte der Tabelle gelten
für einen Fassadenabstand der Lamelle
bis ≤ 100 mm, und eine Anlagenhöhe
von < 2400 mm.
Bei größeren Breiten sind eine oder
mehrere zusätzliche Seilführungen
dringend erforderlich.
Achtung bei Schnee und Eis:
Das Benutzen bei Vereisungen der Anlage
bzw. bei vereisten Führungsschienen führt
zu einer Beschädigung der Anlage.
The values in the table must be
reduced or increased in the following
cases:
For a distance from the façade > 100 mm
to 300 mm, the value in the table must
be reduced by one Beaufort and for a di-
stance from the façade > 300 mm to 500
mm by two Beaufort. The table cannot be
used beyond this distance.
For heights from 2,400 mm to 4,000 mm
and with cable guides, the value in the
table must be reduced by one Beaufort
and for heights above 4,000 mm by two
Beaufort.
The use of wind limits according to
product type is recommended for external
venetian blinds. If the limits are reached,
the system must be raised. The values
in the table apply to a slat distance from
the façade ≤ 100 mm and an installation
height < 2,400 mm.
One or several additional cable guides
are absolutely essential for larger
widths.
Caution in case of snow and ice:
Using the installation when it is iced up or
when the guide rails are covered with ice
can lead to damage.
Les valeurs du tableau doivent être
revues à la baisse ou à la hausse dans
les cas suivants :
Pour une distance entre la façade et les
lames > 100 mm à 300 mm, la valeur du ta-
bleau doit être diminuée d’un point Beaufort.
Avec une distance > 300 mm à 500 mm,
réduire la valeur de deux points Beaufort. Les
valeurs du tableau ne sont pas applicables
pour les distances supérieures.
Pour les hauteurs situées entre 2400 mm et
4000 mm et le guidage par câble, la valeur
du tableau doit être diminuée d’un point
Beaufort, et de deux points pour les hauteurs
supérieures à 4000 mm.
Les limites de charge au vent à utiliser pour
les brise-soleil dépendent du type de produit.
Une fois la limite de charge au vent atteinte,
le brise-soleil doit être remonté. Les valeurs
indiquées dans le tableau s’appliquent à une
distance ≤ à 100 mm entre les lames et la
façade et une hauteur de store < à 2400 mm.
Pour des largeurs plus grandes, un,
voire plusieurs guidages par câble
supplémentaires sont absolument
nécessaires.
Attention en cas de neige et de gel :
L’utilisation de l’installation en cas de gel ou
de givre, notamment lorsque les coulisses
sont gelées, conduit à l’endommagement de
In de volgende gevallen dienen de
tabelwaarden verlaagd resp. ver-
hoogd te worden:
bij een gevelafstand > 100 mm tot 300
mm, dient de waarde met één Beaufort
verminderd te worden, bij een gevelaf-
stand > 300 mm tot 500 mm met twee
Beaufort verminderd te worden. Daarbo-
ven kan de tabel niet worden toegepast.
Bij hoogten van 2.400 mm tot 4.000
mm en staaldraad-geleiding dient de
tabelwaarde met één Beaufort te worden
verminderd. Bij hoogten boven 4.000 mm
met twee Beaufort.
Voor Raffstoren wordt de toepassing van
wind grenswaarden per product aanbe-
volen. Worden de grenswaarden bereikt
dan dient het systeem omhoog gedaan
te worden. De waarden in de tabel gelden
voor een afstand van gevel naar lamel
tot < 100 mm, en een systeemhoogte
van < 2400 mm.
Bij grotere breedten zijn een of mee-
dere windzekeringen noodzakelijk.
Let op bij sneeuw en ijs:
het gebruik tijdens vorst leidt tot bescha-
diging van het systeem.
Windgrenzwerte bei gegebener Elementbreite
[DE] Allgemeines und Richtlinien [EN] General information and
guidelines [FR] Généralités et directives [NL] Algemeen en richtlijnen
Windwächterpositionierung
Grundlegend müssen die Windbela-
stungen von Raffstorenanlagen an jedem
Bauvorhaben individuell beurteilt werden.
Korrekturen von Windgrenzwerten am
Windwächter werden beispielsweise
aufgrund unterschiedlicher baulicher
Gegebenheiten oder der Lage des
Grundstücks nötig.
Wichtig ist, dass die gemessenen Werte
des Windwächters identisch mit den
Windwerten an der Anlage sind.
Es ist darauf zu achten, dass der
Windwächter:
• an der windbelastetsten Stelle und
ortsnah bei den betroffenen Raffstoren
montiert wird
• vollkommen frei und nicht im Wind-
schatten steht (fern von Satelitenschüs-
sel u.a.)
• mindestens 0,5 m von Dachoberkante
befestigt wird
• am besten an einem Dachvorsprung,
einer Dachkante oder ähnlichem
montiert wird
• keine Windverwirbelungen beispielswei-
se durch Pfosten oder Stangen misst
Ab bestimmten Elementbreiten
sind zusätzliche Seilführungen als
Windsicherung dringend erforderlich.
In jedem Fall sind bauliche Gegeben-
heiten und sonstige widrige Umstän-
de (wie z.B. windexponierte Lage,
Windseite etc.) zu berücksichtigen.
Wind monitor placement
The wind loads to which external venetian
blind systems are exposed must be
fundamentally assessed on an individual
basis for each installation site. Correc-
tions to wind limits defined by the wind
monitor may be required due to differing
structural conditions or the location of the
property.
It is particularly important that the values
measured by the wind monitor match the
actual wind values that the installation is
exposed to.
Please make sure that the wind monitor:
• is mounted in the place most exposed
to winds and close to the external
venetian blinds concerned
• is entirely unobstructed and not placed
on the leeward side (far from satellite
dish, etc.)
• is fastened at least 0.5 m from the
roof line
• is preferably mounted on a roof
projection, roof edge or similar
• does not measure any wind turbulence
that may be due to posts or poles, for
instance
From certain element widths
upwards, additional cable guides
are absolutely essential as wind
protection. In all cases, structural
conditions and other adverse circum-
stances (such as location exposed to
wind, windward side, etc.) must be
taken into account.
Positionnement du capteur de vent :
De manière générale, les résistances
au vent des brise-soleil doivent être
examinées au cas par cas, en fonction de
chaque construction.
Il est nécessaire de rectifier les valeurs
limites de vent du capteur en raison des
contraintes techniques de la construction
ou de la situation du terrain, par exemple.
L’important est que les valeurs mesurées
par le capteur de vent correspondent aux
valeurs de vent réelles.
Il convient de s’assurer que le capteur de
vent est
• posé à l’endroit le plus exposé au vent
et à proximité du brise-soleil
• totalement dégagé et pas abrité du
vent (mais éloigné d’une antenne
parabolique, par exemple),
• fixé au minimum à 0,5 m du haut du
toit
• monté de préférence au niveau de
l’avancée du toit, d’une arête de toit ou
équivalent
• et qu‘il ne mesure pas les tourbillons
du vent occasionnés par des poteaux
ou des mâts.
À partir de certaines largeurs
d’éléments, plusieurs guidages
par câble supplémentaires sont
absolument nécessaires pour une
meilleure protection contre le vent.
En tout état de cause, il convient
de tenir compte des contraintes
techniques de la construction et
autres circonstances défavorables
(comme par exemple endroits et
côtés exposés au vent, etc.)
Positionering van de windautomaat:
De windbelasting van de Raffstoren
dient per geval ter plaatse te worden
beoordeeld. Correcties van de wind
grenswaarden op de windmeter zijn
nodig, bijv. als gevolg van verschillende
fysieke voorwaarden of de locatie.
Het is belangrijk dat de gemeten waarden
van de windmeter overeenkomstig zijn
aan de windwaarden van het systeem.
Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat
de windmeter:
• aan de met wind belaste zijde en in de
buurt van de Raffstoren gemonteerd
wordt
• volkomen vrij en niet in de windscha-
duw staat (ver van satelietschotel e.d.)
• ten minste 0,5 m vanaf de bovenrand
van het dak bevestigd wordt
• onder overstek, aan de dakrand of
soortgelijk gemonteerd wordt
• geen wind turbulentie, bijvoorbeeld
door palen e.d.
Vanaf bepaalde element-breedtes,
zijn extra staaldraden als windze-
kering noodzakelijk. In ieder geval
moet men letten op de bouwkundige
situatie en andere ongunstige
omstandigheden (zoals bv. windzijde,
locatie, bovenwindse zijde, enz.).
21
Allgemeine Informationen
Allgemeine
Informationen
Planungshilfe Raffstoren
Windstabilität Raffstoren
FL mit Seilführung
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
13
13
13
10
10
10
10
1500
17
17
13
13
13
10
10
10
10
2000
17
17
13
13
13
10
10
10
10
2500
17
13
13
13
10
10
10
10
10
3000
13
13
13
10
10
10
8
8
8
3500
13
10
10
10
8
8
8
8
8
4000
10
10
10
8
8
8
5
5
5
4500
10
10
10
8
8
8
5
5
5
5000
10
10
8
8
8
5
5
5
5
GL mit Seilführung
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
13
13
13
13
13
13
1500
17
17
17
13
13
13
13
13
10
2000
17
17
17
13
13
13
13
13
10
2500
17
17
13
13
10
10
10
10
10
3000
13
13
13
10
10
10
8
8
8
3500
13
13
10
10
10
8
8
8
8
4000
13
10
10
10
8
8
8
8
8
4500
10
10
10
8
8
8
5
5
5
5000
10
10
8
8
8
5
5
5
5
DBL mit Seilführung
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
17
17
17
17
1500
17
17
17
17
17
17
17
2000
17
17
17
17
17
17
17
2500
17
17
17
17
13
13
13
3000
17
17
17
13
13
13
10
3500
17
17
13
13
13
10
10
4000
17
13
13
13
10
10
10
4500
13
13
13
10
10
10
8
5000
GL mit Führungsschienen
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
17
17
17
17
17
17
1500
17
17
17
17
17
13
13
13
13
2000
17
17
17
17
17
13
13
13
13
2500
17
17
17
17
17
13
13
13
13
3000
17
17
17
17
17
13
13
13
13
3500
17
17
17
13
13
13
13
13
10
4000
17
17
17
13
13
13
13
10
10
4500
17
17
17
13
13
13
10
10
10
5000
13
13
13
13
13
10
10
10
10
DBL mit Führungsschienen
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
17
17
17
17
1500
17
17
17
17
17
17
17
2000
17
17
17
17
17
17
17
2500
17
17
17
17
17
17
17
3000
17
17
17
17
17
17
17
3500
17
17
17
17
17
17
17
4000
17
17
17
17
17
17
17
4500
17
17
17
17
17
17
13
5000
GL windstabil
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
20
20
18
18
18
1500
20
20
18
18
18
2000
20
20
18
18
18
2500
20
20
18
18
18
3000
20
20
18
18
18
3500
4000
4500
5000
DBL windstabil
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
22
22
20
20
20
1500
22
22
20
20
20
2000
22
22
20
20
20
2500
22
22
20
20
20
3000
22
22
20
20
20
3500
4000
4500
5000
CDL
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
22
22
20
20
20
20
20
1500
22
22
20
20
20
16
16
2000
22
22
20
20
20
16
16
2500
22
22
20
20
20
16
16
3000
22
22
20
20
20
16
16
3500
20
20
20
16
16
16
16
4000
20
20
20
16
16
16
16
4500
20
20
20
16
16
16
13
5000
Grundlegend müssen die Windbelastungen von Raffstorenanlagen an jedem Bauvorhaben individuell beurteilt werden. Korrekturen von Windgrenzwer-
ten am Windwächter werden beispielsweise aufgrund unterschiedlicher baulicher Gegebenheiten oder der Lage des Grundstücks nötig.
Wichtig ist, dass die gemessenen Werte des Windwächters identisch mit den Windwerten an der Anlage sind.
Es ist darauf zu achten, dass der Windwächter:
• an der windbelastetsten Stelle und ortsnah bei den betroffenen Raffstoren montiert wird.
• vollkommen frei und nicht im Windschatten steht (fern von Satellitenschüssel u. a.).
• mindestens 0,5 m von Dachoberkante befestigt wird.
• am besten an einem Dachvorsprung, einer Dachkante oder ähnlichem montiert wird.
• keine Windverwirbelungen beispielsweise durch Pfosten oder Stangen misst.
Ab bestimmten Elementbreiten sind zusätzliche Seilführungen als Windsicherung dringend erforderlich. In jedem Fall sind bauliche Gegeben-
heiten und sonstige widrige Umstände (wie z. B. windexponierte Lage, Windseite etc.) zu berücksichtigen.
Windwächterpositionierung
• Bei Fassadenabstand > 200 mm bis 300 mm (bei FL mit Seilführung und GL windstabil > 100 mm bis 300 mm) muss der Tabellenwert auf den
nächstkleineren Tabellenwert abgemindert werden (z. B. von 13 auf 10).
• Bei Fassadenabstand > 300 mm bis 500 mm muss um 2 Stufen abgemindert werden (z. B. von 13 auf 8), darüber hinaus kann die Tabelle nicht
angewendet werden.
• Bei Laibungsmontage kann der Tabellenwert auf den nächstgrößeren Tabellenwert erhöht werden (z. B. von 10 auf 13), (Maximalwert 17 m/s);
bis zu einer maximalen Breite von 3000 mm.
Zusätzlich sind immer die Angaben des Herstellers zu beachten (z. B. zusätzliche Seilführung, Anzahl der Führungsschienenhalter, Wartungsintervalle).
Maßangaben in mm | FL = Flachlamelle, GL = gebördelte Lamelle, DBL = Dreibogenlamelle, CDL = Comfort & Design Lamelle
Für folgende Fälle sind die Tabellenwerte abzumindern bzw. zu erhöhen:
21
Allgemeine Informationen
Allgemeine
Informationen
Planungshilfe Raffstoren
Windstabilität Raffstoren
FL mit Seilführung
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
13
13
13
10
10
10
10
1500
17
17
13
13
13
10
10
10
10
2000
17
17
13
13
13
10
10
10
10
2500
17
13
13
13
10
10
10
10
10
3000
13
13
13
10
10
10
8
8
8
3500
13
10
10
10
8
8
8
8
8
4000
10
10
10
8
8
8
5
5
5
4500
10
10
10
8
8
8
5
5
5
5000
10
10
8
8
8
5
5
5
5
GL mit Seilführung
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
13
13
13
13
13
13
1500
17
17
17
13
13
13
13
13
10
2000
17
17
17
13
13
13
13
13
10
2500
17
17
13
13
10
10
10
10
10
3000
13
13
13
10
10
10
8
8
8
3500
13
13
10
10
10
8
8
8
8
4000
13
10
10
10
8
8
8
8
8
4500
10
10
10
8
8
8
5
5
5
5000
10
10
8
8
8
5
5
5
5
DBL mit Seilführung
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
17
17
17
17
1500
17
17
17
17
17
17
17
2000
17
17
17
17
17
17
17
2500
17
17
17
17
13
13
13
3000
17
17
17
13
13
13
10
3500
17
17
13
13
13
10
10
4000
17
13
13
13
10
10
10
4500
13
13
13
10
10
10
8
5000
GL mit Führungsschienen
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
17
17
17
17
17
17
1500
17
17
17
17
17
13
13
13
13
2000
17
17
17
17
17
13
13
13
13
2500
17
17
17
17
17
13
13
13
13
3000
17
17
17
17
17
13
13
13
13
3500
17
17
17
13
13
13
13
13
10
4000
17
17
17
13
13
13
13
10
10
4500
17
17
17
13
13
13
10
10
10
5000
13
13
13
13
13
10
10
10
10
DBL mit Führungsschienen
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
17
17
17
17
1500
17
17
17
17
17
17
17
2000
17
17
17
17
17
17
17
2500
17
17
17
17
17
17
17
3000
17
17
17
17
17
17
17
3500
17
17
17
17
17
17
17
4000
17
17
17
17
17
17
17
4500
17
17
17
17
17
17
13
5000
GL windstabil
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
20
20
18
18
18
1500
20
20
18
18
18
2000
20
20
18
18
18
2500
20
20
18
18
18
3000
20
20
18
18
18
3500
4000
4500
5000
DBL windstabil
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
22
22
20
20
20
1500
22
22
20
20
20
2000
22
22
20
20
20
2500
22
22
20
20
20
3000
22
22
20
20
20
3500
4000
4500
5000
CDL
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
22
22
20
20
20
20
20
1500
22
22
20
20
20
16
16
2000
22
22
20
20
20
16
16
2500
22
22
20
20
20
16
16
3000
22
22
20
20
20
16
16
3500
20
20
20
16
16
16
16
4000
20
20
20
16
16
16
16
4500
20
20
20
16
16
16
13
5000
Grundlegend müssen die Windbelastungen von Raffstorenanlagen an jedem Bauvorhaben individuell beurteilt werden. Korrekturen von Windgrenzwer-
ten am Windwächter werden beispielsweise aufgrund unterschiedlicher baulicher Gegebenheiten oder der Lage des Grundstücks nötig.
Wichtig ist, dass die gemessenen Werte des Windwächters identisch mit den Windwerten an der Anlage sind.
Es ist darauf zu achten, dass der Windwächter:
• an der windbelastetsten Stelle und ortsnah bei den betroffenen Raffstoren montiert wird.
• vollkommen frei und nicht im Windschatten steht (fern von Satellitenschüssel u. a.).
• mindestens 0,5 m von Dachoberkante befestigt wird.
• am besten an einem Dachvorsprung, einer Dachkante oder ähnlichem montiert wird.
• keine Windverwirbelungen beispielsweise durch Pfosten oder Stangen misst.
Ab bestimmten Elementbreiten sind zusätzliche Seilführungen als Windsicherung dringend erforderlich. In jedem Fall sind bauliche Gegeben-
heiten und sonstige widrige Umstände (wie z. B. windexponierte Lage, Windseite etc.) zu berücksichtigen.
Windwächterpositionierung
• Bei Fassadenabstand > 200 mm bis 300 mm (bei FL mit Seilführung und GL windstabil > 100 mm bis 300 mm) muss der Tabellenwert auf den
nächstkleineren Tabellenwert abgemindert werden (z. B. von 13 auf 10).
• Bei Fassadenabstand > 300 mm bis 500 mm muss um 2 Stufen abgemindert werden (z. B. von 13 auf 8), darüber hinaus kann die Tabelle nicht
angewendet werden.
• Bei Laibungsmontage kann der Tabellenwert auf den nächstgrößeren Tabellenwert erhöht werden (z. B. von 10 auf 13), (Maximalwert 17 m/s);
bis zu einer maximalen Breite von 3000 mm.
Zusätzlich sind immer die Angaben des Herstellers zu beachten (z. B. zusätzliche Seilführung, Anzahl der Führungsschienenhalter, Wartungsintervalle).
Maßangaben in mm | FL = Flachlamelle, GL = gebördelte Lamelle, DBL = Dreibogenlamelle, CDL = Comfort & Design Lamelle
Für folgende Fälle sind die Tabellenwerte abzumindern bzw. zu erhöhen:
21
Allgemeine Informationen
Allgemeine
Informationen
Planungshilfe Raffstoren
Windstabilität Raffstoren
FL mit Seilführung
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
13
13
13
10
10
10
10
1500
17
17
13
13
13
10
10
10
10
2000
17
17
13
13
13
10
10
10
10
2500
17
13
13
13
10
10
10
10
10
3000
13
13
13
10
10
10
8
8
8
3500
13
10
10
10
8
8
8
8
8
4000
10
10
10
8
8
8
5
5
5
4500
10
10
10
8
8
8
5
5
5
5000
10
10
8
8
8
5
5
5
5
GL mit Seilführung
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
13
13
13
13
13
13
1500
17
17
17
13
13
13
13
13
10
2000
17
17
17
13
13
13
13
13
10
2500
17
17
13
13
10
10
10
10
10
3000
13
13
13
10
10
10
8
8
8
3500
13
13
10
10
10
8
8
8
8
4000
13
10
10
10
8
8
8
8
8
4500
10
10
10
8
8
8
5
5
5
5000
10
10
8
8
8
5
5
5
5
DBL mit Seilführung
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
17
17
17
17
1500
17
17
17
17
17
17
17
2000
17
17
17
17
17
17
17
2500
17
17
17
17
13
13
13
3000
17
17
17
13
13
13
10
3500
17
17
13
13
13
10
10
4000
17
13
13
13
10
10
10
4500
13
13
13
10
10
10
8
5000
GL mit Führungsschienen
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
17
17
17
17
17
17
1500
17
17
17
17
17
13
13
13
13
2000
17
17
17
17
17
13
13
13
13
2500
17
17
17
17
17
13
13
13
13
3000
17
17
17
17
17
13
13
13
13
3500
17
17
17
13
13
13
13
13
10
4000
17
17
17
13
13
13
13
10
10
4500
17
17
17
13
13
13
10
10
10
5000
13
13
13
13
13
10
10
10
10
DBL mit Führungsschienen
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
17
17
17
17
17
17
17
1500
17
17
17
17
17
17
17
2000
17
17
17
17
17
17
17
2500
17
17
17
17
17
17
17
3000
17
17
17
17
17
17
17
3500
17
17
17
17
17
17
17
4000
17
17
17
17
17
17
17
4500
17
17
17
17
17
17
13
5000
GL windstabil
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
20
20
18
18
18
1500
20
20
18
18
18
2000
20
20
18
18
18
2500
20
20
18
18
18
3000
20
20
18
18
18
3500
4000
4500
5000
DBL windstabil
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
22
22
20
20
20
1500
22
22
20
20
20
2000
22
22
20
20
20
2500
22
22
20
20
20
3000
22
22
20
20
20
3500
4000
4500
5000
CDL
Windgrenzwerte in m/s
Höhe
(bis)
Breite (bis)
1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
1000
22
22
20
20
20
20
20
1500
22
22
20
20
20
16
16
2000
22
22
20
20
20
16
16
2500
22
22
20
20
20
16
16
3000
22
22
20
20
20
16
16
3500
20
20
20
16
16
16
16
4000
20
20
20
16
16
16
16
4500
20
20
20
16
16
16
13
5000
Grundlegend müssen die Windbelastungen von Raffstorenanlagen an jedem Bauvorhaben individuell beurteilt werden. Korrekturen von Windgrenzwer-
ten am Windwächter werden beispielsweise aufgrund unterschiedlicher baulicher Gegebenheiten oder der Lage des Grundstücks nötig.
Wichtig ist, dass die gemessenen Werte des Windwächters identisch mit den Windwerten an der Anlage sind.
Es ist darauf zu achten, dass der Windwächter:
• an der windbelastetsten Stelle und ortsnah bei den betroffenen Raffstoren montiert wird.
• vollkommen frei und nicht im Windschatten steht (fern von Satellitenschüssel u. a.).
• mindestens 0,5 m von Dachoberkante befestigt wird.
• am besten an einem Dachvorsprung, einer Dachkante oder ähnlichem montiert wird.
• keine Windverwirbelungen beispielsweise durch Pfosten oder Stangen misst.
Ab bestimmten Elementbreiten sind zusätzliche Seilführungen als Windsicherung dringend erforderlich. In jedem Fall sind bauliche Gegeben-
heiten und sonstige widrige Umstände (wie z. B. windexponierte Lage, Windseite etc.) zu berücksichtigen.
Windwächterpositionierung
• Bei Fassadenabstand > 200 mm bis 300 mm (bei FL mit Seilführung und GL windstabil > 100 mm bis 300 mm) muss der Tabellenwert auf den
nächstkleineren Tabellenwert abgemindert werden (z. B. von 13 auf 10).
• Bei Fassadenabstand > 300 mm bis 500 mm muss um 2 Stufen abgemindert werden (z. B. von 13 auf 8), darüber hinaus kann die Tabelle nicht
angewendet werden.
• Bei Laibungsmontage kann der Tabellenwert auf den nächstgrößeren Tabellenwert erhöht werden (z. B. von 10 auf 13), (Maximalwert 17 m/s);
bis zu einer maximalen Breite von 3000 mm.
Zusätzlich sind immer die Angaben des Herstellers zu beachten (z. B. zusätzliche Seilführung, Anzahl der Führungsschienenhalter, Wartungsintervalle).
Maßangaben in mm | FL = Flachlamelle, GL = gebördelte Lamelle, DBL = Dreibogenlamelle, CDL = Comfort & Design Lamelle
Für folgende Fälle sind die Tabellenwerte abzumindern bzw. zu erhöhen: