3399
17
NL
7.
WAARSCHUWINGEN EN VEILIGHEID
Voor een verbranding met zo weinig mogelijk milieuverontreinigende emissies, moeten de afmetingen en het
type verbrandingskamer van de ketel, overeenkomen met bepaalde waarden.
Daarom is het raadzaam de Technische Servicedienst te raadplegen alvorens dit type brander te kiezen voor de
combinatie met een ketel. Het vakbekwaam personeel is het personeel dat aan de technische professionele ver-
eisten voldoet die voorgeschreven worden door de wet van 5 maart 1990 nr. 46.
De handelsorganisatie beschikt over een dicht net filialen en technische servicediensten waarvan het personeel
regelmatig deelneemt aan opleidingen en bijscholingscursussen bij het Bijscholingscentrum van het bedrijf.
Deze brander mag alleen gebruikt worden voor het doeleinde waarvoor hij gemaakt is.
Alle contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid van de fabrikant voor schade of letsel aan personen,
dieren of zaken, door fouten bij de installatie, bij de regeling, het onderhoud en door oneigenlijk gebruik, is uitge-
sloten.
7.1
GEGEVENS VAN DE BRANDER
Op het gegevensplaatje van het product zijn het registratienummer, het model en de belangrijkste technische
gegevens weergegeven. Als het gegevensplaatje geschonden of verwijderd is, kan het product niet met zeker-
heid geïdentificeerd worden en zijn de installatie ervan en het onderhoud eraan moeilijk en/of gevaarlijk.
7.2
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
³
Het apparaat mag niet door kinderen of onervaren personen gebruikt worden.
³
Het is absoluut verboden om de aanzuig- of warmteafvoerroosters dicht te maken met vodden, papier of soort-
gelijk. Dit geldt eveneens voor verluchtingsopening van de ruimte waar het toestel geïnstalleerd is.
³
Pogingen tot reparatie van het apparaat door onbevoegd personeel, zijn verboden.
³
Het is gevaarlijk aan elektriciteitskabels te trekken of te draaien.
³
Het is verboden het apparaat hoe dan ook schoon te maken zonder eerst het apparaat van het elektriciteitsnet
los te hebben geschakeld.
³
Reinig de brander en de onderdelen ervan niet met makkelijk ontvlambare stoffen
(bijv. benzine, alcohol, enz.).
De kap mag alleen met water en zeep gereinigd worden.
³
Zet geen voorwerpen op de brander.
³
Stop de ventilatie-openingen van de ruimte waar de ketel geïnstalleerd is niet dicht en maak ze niet kleiner.
³
Laat geen reservoirs en ontvlambare stoffen in de ruimte waar het apparaat geïnstalleerd is.