22
SERVOMOTOR (A)
De servomotor regelt tegelijkertijd de luchtklep,
door middel van de nok met variabel profiel, en
de drukregelaar. De draaihoek van de servomo-
tor is 130° in 42 s. Wijzig de in de fabriek uitge-
voerde afstelling aan de 5 nokken niet;
controleer slechts of ze als volgt afgesteld zijn:
Nok I
: 130°
Beperkt de draaiing naar het maximum.
Nok II
: 0°
Beperkt de draaiing naar het minimum.
Als de brander uit is moet de luchtklep gesloten
zijn: 0°.
Nok III
: 20°
Regelt de ontstekingspositie en het MIN vermo-
gen.
Nokken IV - V :
niet gebruikt.
OLIEDRUKSCHAKELAAR
De drukschakelaar 5) (A) p.8 wordt in de fabriek
afgesteld op 3 bar. Als de druk van de stookolie
deze waarde bereikt in de teugloopleiding , dan
laat de drukschakelaar de brander stoppen. De
brander start automatisch weer, als de druk
weer onder de 3 bar daalt. Als de brander door
een kringcircuit met een druk van Px gevoed
wordt, dan moet de drukregelaar afgesteld wor-
den op Px + 3 bar.
POMP (B)
1 - Aanzuiging
G 1/2"
2 - Terugloop
G 1/2"
3 - Aansluiting manometer G 1/8"
4 - Aansluiting vacuümmeterG 1/8"
5 - Drukregelschroef
6 - Bypass schroef
A - Min. debiet bij een druk van 20 bar
B - Werkingsveld in stuwdruk
C - Max. onderdruk bij aanzuiging
D - Brandstofviscositeit
E - Max. temperatuur stookolie
F - Max. druk in aanvoer- en terugloopleiding
G - Afgestelde druk in de fabriek
AANZUIGING POMP
- Zorg ervoor, alvorens de brander te star-
ten, dat de terugloopleiding naar de tank
niet verstopt is. Een verstopping zou de
dichting aan de as van de pomp kunnen
beschadigen.
- Opdat de pomp zichzelf kan aanzuigen, is het
noodzakelijk de schroef 3)(B) van de pomp los
te draaien, om de aanzuigleiding te ontluch-
ten.
- Ontsteek de brander door de afstandsbedie-
ningen te sluiten en met de schakelaar 1)(C) in
positie "MAN". Zodra de brander start, de
draairichting van de waaier van de ventilator
controleren door het vlamkijkvenster 24) (A)
p.8.
- Indien er stookolie lekt uit schroef 3) is de
pomp aangezogen. Stop de brander: schake-
laar 1)(C) in positie "OFF" en draai de schroef
3) aan.
De duur van deze handeling hangt af van de
diameter en de lengte van de aanzuigleiding.
Als de pomp bij een eerste start niet aangezo-
gen wordt en de veiligheidsstop van de brander
in werking treedt, wacht ongeveer 15 sec. Ont-
grendel de brander en herhaal de startfase.
Enzovoorts. Na iedere 5-6 ontstekingen dient
men 2-3 minuten te wachten om de transforma-
tor te laten afkoelen.
Opgelet:
deze operatie is mogelijk omdat de
pomp, bij het verlaten van de fabriek, gevuld is
met brandstof. Indien de pomp leeg is, vul deze
met brandstof via de vacuümmeteraansluiting
alvorens de pomp te starten. Dit om te vermij-
den dat de pomp vastloopt. Vul de leiding met
een afzonderlijke pomp indien de aanzuigleiding
langer is dan 20-30 m.
(B)
(C)
TA 3
A
B
C
D
E
F
G
kg/h
bar
bar
cSt
°C
bar
bar
665
7 - 40
0,45
4 - 800
140
5
30
SUNTEC TA 3
POMP - PUMPE - PUMP - POMPE
(A)
1
2
D791
D887
D1979