86
9. Bediening
a) In-/uitschakelen van de kamerthermostaat
Druk op de brede aan-/uitschakelaar (10) om de kamerthermostaat in te schakelen. De
power-LED (13) moet oplichten. Alleen wanneer de kamerthermostaat is ingeschakeld,
kan hij de aangesloten elektrische verbruiker besturen.
Schakel de kamerthermostaat niet gedurende een langere periode via de
aan-/uitschakelaar (10) uit aangezien het anders tot gegevensverlies komt. De
intern vast ingebouwde NiMH-accu verzekert het behoud van de gegevens tot
6 maanden.
b) Verwarmingsfunctie in-/uitschakelen
Deze functie kan vb. in de zomer worden gebruikt wanneer de verwarmingsfunctie niet
gewenst is. De aangesloten verbruiker wordt bij uitgeschakelde verwarmingsfunctie
niet geactiveerd.
De kamerthermostaat moet zich in de normale weergave bevinden en niet in
een instelmodus.
• Schakel de verwarmingsfunctie uit door kort op toets "
" (16) te drukken. Linksboven
op het scherm worden nu in de plaats van de gewenste kamertemperatuur alleen
streepjes ("- -") weergegeven.
• Om de verwarmingsfunctie opnieuw in te schakelen, drukt u opnieuw op toets "
"
(16).
c) Verwarmingsduur weergeven
De kamerthermostaat moet zich in de normale weergave bevinden en niet in
een instelmodus.
• Houd beide toetsen "
" (14) en "
" (16) tegelijk ingedrukt.
Op het scherm verschijnt de tijdsduur, dewelke de kamerthermostaat de aangesloten
verbruiker geactiveerd heeft (bovenste regel in uur, onderste regel in minuten).
• Laat beide toetsen opnieuw los en zo verschijnt de normale weergave opnieuw.