122
b) Programmeren van de speciale functies
De rijregelaar is in de fabriek al met de nuttigste instellingen voorgeprogrammeerd.
Als u LiPo-accu's voor de werking van het voertuig gebruikt, controleer dan bij de begininstellingen van de
rijregelaar of de onderspanningsbeveiliging is geactiveerd (normaal gesproken 3,0 V/cel). Bij uitgeschakelde
onderspanningsdetectie kan er anders diepontlading van de LiPo-accu's ontstaan, waardoor deze worden
vernield.
De programmering is zeer eenvoudig met de setup-knop uit te voeren.
Ga voor het programmeren als volgt te werk:
•
Als dat nog niet gebeurd is, zet dan de zender aan.
•
Schakel de rijregelaar uit ("OFF").
•
Houd de setup-knop (B) naast de aan-/uitknop (A) inge-
drukt en zet daarna de rijregelaar aan ("ON").
Houd de setup-knop (B) ingedrukt en laat deze niet los.
•
Op de rijregelaar knippert de rode led en de motor laat
pieptonen horen (houd de knop Setup verder ingedrukt).
•
Na enige tijd knippert de groene led (houd de knop Setup
verder ingedrukt) en de motor laat pieptonen horen. Dit
geeft aan, welke instelfunctie net is geselecteerd.
Groene led knippert 1x kort + 1 korte pieptoon: Rijfunctie vooruit/achteruit resp. alleen vooruit
Groene led knippert 2x kort + 2 korte pieptonen:
Remmen op de motor
Groene led knippert 3x kort + 3 korte pieptonen:
Onderspanningsherkenning voor LiPo
Groene led knippert 4x kort + 4 korte pieptonen:
Startmodus bij het beginnen met rijden
Groene led knippert 1x lang + 1 lange pieptoon:
Remkracht
De geluidssignalen worden door een korte aansturing van de borstelloze motor veroorzaakt. Afhankelijk
van de motor is dit geluidssignaal echter erg zacht. Let dan op het knipperen van de led van de rijregelaar.
•
Als de gewenste instelfunctie, die u wilt veranderen, wordt aangegeven (bijv. onderspanningsbeveiliging, groene
led knippert 3x kort + 3 korte pieptonen van de motor), laat dan de knop Setup los.
•
De rode led knippert nu. Het aantal rode knippersignalen geeft daarbij aan welke instelwaarde actief is (bijv.
onderspanningsbeveiliging 3,0 V/cel, rode led knippert 4x kort + 4 pieptonen van de motor).
•
De instelwaarde kan worden gewijzigd door kort op de knop Setup te drukken; het aantal knippersignalen van de
rode led (en van de pieptonen van de motor) wijzigen overeenkomstig (zie tabel op de volgende pagina).
•
Zet de rijregelaar uit om de Instelmodus te verlaten en de geprogrammeerde waarden op te slaan in het geheugen.
Als u daarna de rijregelaar weer aanzet is deze met de nieuw ingestelde waarden klaar om gebruikt te worden.
•
Moet een van de instellingen worden gewijzigd, ga dan te werk als hierboven beschreven.
Summary of Contents for Raptor 6S
Page 138: ...138 ...
Page 139: ...139 ...