
88
13. Verhelpen van storingen
Neem absoluut alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing in acht!
Probleem
Het voertuig reageert niet op de af-
standsbediening
Kleine reikwijdte
Het voertuig blijft niet staan als de
afstandsbediening losgelaten wordt
Het rechtuitrijden klopt niet
De draaicirkel is te groot
De besturing of rijbewegingen zijn
tegengesteld t.o.v. de bewegingen
van het draaiwieltje en de gashendel
Oplossing
• Is de accupack in het voertuig opgeladen?
• Zijn de batterijen (of accu´s) in de afstandsbediening vol?
• Is de afstandsbediening ingeschakeld?
• Staat de aan/uit-schakelaar van het voertuig in de stand “ON” (=
aan)?
• Is de accupack in het voertuig juist aangesloten?
• Zijn de kristallen juist geplaatst? Het TX kristal hoort in de
afstandsbediening en het RX kristal in het voertuig.
• Is de telescoopantenne goed in de afstandsbediening vast-
geschroefd?
• Is de telescoopantenne volledig uitgetrokken?
• Werd de draadantenne van het voertuig in het antennebuisje
geplaatst? Een antennekabel die samengebonden is beperkt de
reikwijdte tot enkele meters.
• Zijn de batterijen (of accu´s) in de afstandsbediening vol?
• Storen andere zenders de draadloze overdracht?
• Stel met de betreffende trimregelaar de nulstand voor vooruit/
achteruitrijden juist in.
• Stel het rechtuitrijden met de bijbehorende trimregelaar in.
• Een zekere speling bij de besturing verhindert dat het voertuig
100% rechtuit rijdt (b.v. als er tussen vooruit- en achteruitrijden
omgeschakeld wordt).
• Aan de greep is er een verdere trimregelaar (zie hoofdstuk 8,
positie
E
). Hiermee kunt u de stuuruitslag beperken.
• Zet de servo reverse schakelaar (hoofdstuk 8, positie
F
en
G
) in
de juiste stand.