59
c) AA-batterijen/accu’s
• De batterijen/accu’s dienen uit het apparaat te worden verwijderd wanneer het gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt om beschadiging door lekkage te voorkomen.
• Alle batterijen/accu’s dienen op hetzelfde moment te worden vervangen. Het door elkaar gebruiken van oude en
nieuwe batterijen/accu’s in het apparaat kan leiden tot batterijlekkage en beschadiging van het apparaat.
• Batterijen/accu’s mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer nooit niet-oplaadbare batterijen
op te laden. Er bestaat explosiegevaar!
d) De batterij van het model opladen
• (Indien meegeleverd) gebruik uitsluitend de meegeleverde lader om de batterij op te laden.
• De batterij moet vóór het opladen altijd uit het model worden gehaald en volledig worden losgekoppeld.
• Laat de batterij tijdens het opladen nooit onbeheerd achter.
• Dek de lader en batterij tijdens het opladen niet af.
• Koppel de batterij los van de lader wanneer de batterij volledig is opgeladen.
• De lader en oplaadbare batterij mogen niet vochtig of nat raken. Dit kan anders leiden tot een fatale elektrische
schok, brand of een ontploffing!
• Stel de lader of batterij niet bloot aan extreem hoge/lage temperaturen of direct zonlicht.
•
Gebruik nooit een te hoge laadstroom. Let op de specificaties vermeld door de fabrikant voor de ideale/maximale
laadstroom.
• Behoud tijdens het opladen voldoende afstand tussen de lader en batterij.
• Draag geen metalen of geleidende materialen, zoals sieraden (kettingen, armbanden, ringen, enz.), wanneer u met
de lader of batterij bezig bent. Kortsluiting vormt een risico op brandwonden en ontploffing.
• Plaats de batterij tijdens het opladen nooit op een hittegevoelig oppervlak. Het is normaal dat er tijdens het laden
wat hitte wordt ontwikkeld.