89
b) Zender
•
Bij gebruik van oplaadbare batterijen in de zender neemt de bedrijfstijd door de lagere spanning aan-
zienlijk af (normale nominale spanning = 1,5 V, oplaadbare batterij = 1,2 V).
Als u toch oplaadbare batterijen wilt gebruiken, adviseren we het gebruik van NiMH-batterijen met een
lage zelfontlading. Om veiligheidsredenen is het echter aan te raden om niet-oplaadbare batterijen te
gebruiken.
•
Gebruik nooit oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen door elkaar.
•
Vervang in de zender altijd alle batterijen tegelijk.
•
Als u het product langere tijd niet gebruikt (bijv. als u het opbergt), moet u de batterijen uit de zender
halen om beschadigingen door lekkende batterijen te voorkomen.
c) Auto
•
Gebruik voor de auto alleen de meegeleverde Li-ion-rij-accu's van het type 18650 (nominale spanning
3,7 V) of identieke reserve-accu's. Gebruik nooit andere accu's of batterijen in de auto.
•
Als u het product langere tijd niet gebruikt (bijv. als u het opbergt), haal dan de rij-accu’s uit de auto om
beschadigingen door lekkende accu’s te voorkomen.
•
Gebruik altijd twee identieke Li-ion-accu's voor de auto (dezelfde fabrikant, hetzelfde type, dezelfde
capaciteit).
•
Laad de meegeleverde rij-accu’s alleen op met de meegeleverde oplader. Gebruik nooit een ander
oplader. Dit kan brand of een explosie van de rij-accu's veroorzaken.