77
f) Montage van het landingsgestel
Het landingsgestel (1) is reeds voorgemonteerd met wielen en de bekleding
van de wielen en het onderstel.
Aan de onderzijde van de romp bevindt zich voor de accuschacht (2) de
gleufvormige uitsparing voor het onderstel (3).
Schuif het voorgemonteerde onderstel (2) nu van onder tot tegen de aanslag in
de onderstelgleuf. Let er op, dat de spits toelopende wielbekledingen (4) daarbij
naar achter moeten wijzen. Het onderstel wordt later door zijn veerkracht in de
schacht gehouden.
Mocht u tijdens later gebruik van het model in plaats van een verharde
landingsbaan alleen over een grasveld beschikken, dan is het verstandiger,
het model zonder onderstel te gebruiken. Daartoe kan het model zonder
probleem vanuit de hand worden gestart en later op de buik worden geland. Dit
is beduidend gevaarlozer, dan als het onderstel bij het landen vast zou komen
te zitten: het model zou daardoor zeker overkop gaan.
g) Plaatsen van de vliegaccu in het model
Neem eerst de zender in bedrijf en ga na of de stuurknuppel voor het
motortoerental (zie afb. 2, pos. 10) zich in de onderste stand (motor uit) bevindt.
Leg het model op de rug en open het voorste accuschachtdeksel (1). Verbind
daarna de tegen ompolen beveiligde connector van de vliegregelaar met de
connector van de vliegaccu (2). De motor geeft 6 korte geluidssignalen af.
Schuif nu de vliegaccu in de accuschacht. De smalle zijde, waaraan de
aansluitkabels zijn bevestigd, wijst naar achteren.
Let er daarbij op, dat de accu volledig in de romp komt en de aansluitkabels
niet in de weg zitten. Sluit tot slot de accuschachtdeksel (1) en laat de
vergrendeling (3) vastklikken.
h) Controleren en instellen van het richtingsroer
Zoals weergegeven op de afbeeldingen, moet bij een stuursignaal van de zender naar links het richtingsroer ook naar links uitslaan. Indien de looprichting
omgedraaid is, moet u de reverse-schakelaar 4 (afb. 2, pos. 12) gebruiken.
De uitslag van het richtingsroer dient, gemeten aan de kant van het roerblad, naar elke kant ca. 45 mm te bedragen. Door het omzetten van de gaffelkop in een
ander gat kan de uitslag van het roer worden beïnvloed. Hoe dichter de gaffelkop op de roerhoorn in de richting van de draaias van het roerblad wordt gezet, des
te groter wordt de roeruitslag.
Afbeelding 12
Afb. 10
Afb. 11